Sommige werkwoorden hebben een vast voorzetsel bij zich: twijfelelen
aan, rekenen
op, verlangen
naar. Bij werkwoorden met een vast voorzetsel hoort een
voorzetselvoorwerp(vv).
Al in november verlangen veel leerlingen naar de kerstvakantie.
vv= naar de kerstvakantie.
Wanneer je NIET te maken hebt met een vast voorzetsel bij een werkwoord, dan is het een bijwoordelijke bepaling. En geeft het het antwoord op de vragen 5W en 1H vraag die je hebt geleerd bij BWB.