H2 Unité 3 les 4

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Salut H2!

Le 20 novembre, 2023

BIENVENUE

- portable dans le sac s.v.p. 

- chewing-gum dans la poubelle 

- prenez vos tablettes

Le but (het doel van deze les)

- Ik begrijp hoe ik een bijvoeglijk naamwoord in een Franse zin moet zetten. 

- Ik kan mijn (huis)dier beschrijven

Le programme

1. het bijvoeglijk naamwoord (15 min)
2. écouter (10 min)
3. les devoirs (10 min)
4. Fin et au revoir! (5 min.) 
   

Een bijvoeglijk naamwoord....

1. zegt iets over een zelfstandig naamwoord
2. zegt iets over een werkwoord
3. zegt iets over de persoon
4. Zegt van wie iets is

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Les filles sont petit.
2. Les filles sont petite.
3. Les filles sont petits.
4. Les filles sont petites.

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. les chats sont gris
2. les chats sont grises

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Les fleurs (v) sont rouge
2. Les fleurs sont rougees
3. Les fleurs sont rouges

Welke bijvoeglijke naamwoorden hebben allemaal een bijzondere vorm (uitzonderingen)?

1. beau, bon, blanc ,vieux, nouveau
2. blanc, petit, bon, vieux, grand
3. blanc, beau, bon, ouvert, froid
4. grand, bleu, joli, bon, nouveau

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. La plage est beau.
2. La plage est beaux.
3. La plage est belle.
4. La plage est belles.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Monique est très heureux
2. Monique est très heureus
3. Monique est très heureuse
4. Monique est très heureuxs

Wat is de juiste plaats vorm het bijvoeglijk naamwoord?

1. C'est une table vieille.
2. C'est une vieille table.
3. C'est vieille une table.
4. Ce vieille est une table.

Waar staan de bijvoeglijk naamwoorden op de juiste plaats?

1. J'ai acheté un nouveau captivant livre.
2. J'ai acheté un livre nouveau captivant.
3. J'ai acheté un nouveau livre captivant.
4. J'ai acheté un captivant livre nouveau.

Waar staan de bijvoeglijk naamwoorden op de juiste plaats?

1. Mathilde est une internationale fille belle.
2. Mathilde est une belle fille internationale.
3. Mathilde est une internationale belle fille.
4. Mathilde est une fille internationale belle

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord correct?

1. Ikea vend de belles placards
2. Ikea vend de placards belles
3. Ikea vend de placards beaux
4. Ikea vend de beaux placards

les devoirs

-  ler apprendre 5

- maken §3.5 menu au choix

- maken §3.6 ex 17 à 21