4.4 Een nieuwe leider

Een nieuwe leider

4. De opkomst van Hitler


1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Een nieuwe leider

4. De opkomst van Hitler


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe Hitler aan de macht kwam in Duitsland en hoe hij Duitsland op een nieuwe oorlog voorbereidde. 

Slide 3 - Diapositive

Communisme 

  • Karl Marx (Duitse filosoof)
  • Overal zag hij ongelijkheid. Boeren en arbeiders waren arm en hadden weinig macht. Kleine groep rijken had alles.
  • Alles moest gelijk verdeeld worden!
  • Communisme - Politieke groep die wil dat bezit en macht gelijk worden verdeeld.
  • Communisten grijpen de macht in Rusland
  • Rusland wordt in 1922 de Sovjet-Unie




Slide 4 - Diapositive

Fascisme in Italië

Benito Mussolini

Kenmerken fascisme:
  • Eén sterke leider die beslissingen neemt. 
  • Daden zijn meer waard dan woorden. 
  • Extreem-nationalistisch; trots zijn op je land en bereid zijn ervoor te sterven. 
  • Verheerlijking geweld en oorlog
    Knokploegen en leger zijn middelen.

Slide 5 - Diapositive

 Nationaal-Socialisme
  • NSDAP, ook wel nazisme
  • Géén democratie, één sterke leider (Führer)
  • Geweld om doelen te bereiken
  • Nationalisme; Duits(land) is geweldig
  • Racisme
  • Antisemitisme (Jodenhaat) als onderdeel van de rassenleer

Slide 6 - Diapositive

Waarom hadden de nazi's succes? 

Economische crisis                           (zorgt voor werk)
Verdrag van Versailles                      (weg ermee)
Politieke onrust                                    (steeds verkiezingen)
Persoonlijkheid van Hitler               (goede spreker)
Inzet SA                                                    (terreur)
Propaganda                                           (leugens verkopen)

Slide 7 - Diapositive

Nazi-organisaties
  • SA  = knokploeg NSDAP (bruine uniformen)
  • SS = elite-organisatie / lijfwacht (zwarte uniformen)
  • Gestapo = geheime politie
  • Hitlerjugend 
  • Bund Deutches Mädel

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag
Lees paragraaf 4.4 in je leerboek (blz. 68) Communisme en fascisme + Nazi's


en

maak de opdrachten 1 tot 6 in je werkboek (blz. 135)


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Langzaam maar zeker...

Slide 11 - Diapositive

NSDAP als grootste partij
Januari 1933: Nieuwe verkiezingen 
NSDAP: 43,9 % van de stemmen

Februari 1933: Rijksdagbrand

  • Communisten kregen de schuld. 
  • Noodtoestand afgekondigd

Slide 12 - Diapositive

Hitler wordt dictator
Hitler krijgt tijdelijk de macht om de communisten aan te pakken door de Machtigingswet. 

Zodra hij aan de macht is... schaft hij de democratie af! Zijn partij nog enkel toegestaan...

Hitler wordt alleenheerser / dictator

Hitler wordt dictator - alleenheerser - hij laat zich Führer noemen (leider).

Slide 13 - Diapositive

Totalitaire samenleving
Het leven van de mensen wordt bepaald door de overheid.

Tegenstanders worden uit de weg geruimd. 

Propaganda in vorm van posters, toespraken, radio en film.

Je hoort alleen de ideeën van de nazi's


Slide 14 - Diapositive

Op weg naar een nieuwe oorlog 
  • Werkloze Duitsers konden gaan werken in fabrieken, het leger, helpen met nieuwe wegen aanleggen

  • Voorbereiden voor een nieuwe oorlog 

  • Duitsland had recht op Lebensraum 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Aan de slag
Lees paragraaf 4.4 in je leerboek 
(blz. 68 en  69) 


en

maak de opdrachten 7 tot 12 in je werkboek (blz. 137)


Slide 17 - Diapositive