*Formuleren H3 beknopte bijzin, 3VWO

Formuleren H3
Beknopte bijzinnen

+

Voorbereiding / herhaling richting toets 
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Formuleren H3
Beknopte bijzinnen

+

Voorbereiding / herhaling richting toets 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je leert wat een beknopte bijzin is en hoe je foutieve beknopte bijzinnen kunt herkennen en verbeteren

Slide 2 - Diapositive

Beknopte bijzinnen

Slide 3 - Diapositive

Wat is ook alweer het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?

Slide 4 - Question ouverte

Verschil hoofdzin-bijzin
  • De hoofdzin geeft de belangrijkste informatie die de schrijver wil overbrengen:
Julia ziet dat hij in zee zwemt.  
  • De bijzin geeft extra info: wat ziet Julia dan?
Julia ziet dat hij in zee zwemt.
  • Kenmerken: in een hoofdzin staan ow+pv naast elkaar, in bijzin hoeft dat niet: Julia ziet dat hij in zee zwemt.


Slide 5 - Diapositive

Beknopte bijzinnen
In een gewone bijzin staat een persoonsvorm en een onderwerp. 
Een kenmerk van een beknopte bijzin is, dat er geen persoonsvorm en geen onderwerp in de zin staat. 

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld (beknopte) bijzin (1)
Normale bijzin: 
Terwijl ze aan hun ijsje likten, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Bijzin: Terwijl ze aan hun ijsje likten --> likten = pv en ze = ow

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld (beknopte) bijzin (2)
Beknopte bijzin: 
Likkend aan hun ijsjes, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Beknopte bijzin: Likkend aan hun ijsjes --> er is geen pv en geen ow 

Slide 8 - Diapositive

Beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm bevat een beknopte bijzin: 
- een voltooid deelwoord
- een onvoltooid deelwoord
- te + infinitief (het hele werkwoord)

Slide 9 - Diapositive

Een beknopte bijzin mag alleen beknopt zijn als het onderwerp uit de hoofdzin overeenkomt met het onderwerp dat eigenlijk in de beknopte bijzin moet staan. 
Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto. 
Wie was afgeleid door een reclamebord? Ik en ik is ook het onderwerp van de hoofdzin. Het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin en het onderwerp van de hoofdzin komen overeen. 

Slide 10 - Diapositive

Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift. 
Wie lag in de hangmat? --> Achmed. 
Achmed is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus het komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin. 


De vrienden spraken af hun eerste loon te besteden aan een feestje. 
Wie besteden hun eerste loon aan een feestje? --> De vrienden. De vrienden is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus dat komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.  

Slide 11 - Diapositive

Bijzin of beknopte bijzin?

Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een uur fitnessen.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 12 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Nog mopperend over de verloren wedstrijd, verlieten de sporters de sporthal.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 13 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Hard weglopend voor de politie, werden de dieven in de gaten gehouden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 14 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Terwijl ze lekker in het zonnetje zaten, dronken Ronald en Michel een colaatje.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 15 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

In de wetenschap op school toch niets te leren, spijbelde Wilco vrijwel dagelijks.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 16 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Martijn vroeg Irene in de fietsenstalling of ze zijn vriendinnetje wilde worden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 17 - Quiz

Bijzin <--> beknopte bijzin (2)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken:

Nadat hij de fraude had geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.
Bijzin: Nadat hij de fraude had geconstateerd, ...
Beknopte bijzin: Na de fraude geconstateerd te hebben, ...




Slide 18 - Diapositive

Bijzin <--> beknopte bijzin (1)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken: 

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd. 
Beknopte bijzin: Na kampioen te zijn geworden, ...
Bijzin: Nadat ze (de spelers) kampioen waren geworden, ...

Slide 19 - Diapositive

Foutieve beknopte bijzin
Hoofdstuk 3: Formuleren

Slide 20 - Diapositive

Bekijk de volgende beknopte bijzin. Waarom is deze fout? "Na het probleem te hebben besproken, kwam de tram aanrijden."

Slide 21 - Question ouverte

Theorie foutieve beknopte bijzin
Je kunt met een beknopte bijzin gemakkelijk een fout maken, wanneer je het verzwegen onderwerp uit het oog verliest.

Na het probleem te hebben besproken, kwam de tram aanrijden. 

Uit de hoofdzin blijkt dat de tram het onderwerp is. Dat moet ook het verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin zijn. En dat is in de eerste zin niet het geval: een tram bespreekt geen problemen. Die zin is dus grammaticaal fout.

Slide 22 - Diapositive

Theorie foutieve beknopte bijzin
Het onderwerp van de beknopte bijzin moet dus hetzelfde zijn als de hoofdzin. 

Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.

Deze zin klopt, want het onderwerp van de beknopte bijzin is 'mijn vader' en dat is hetzelfde onderwerp als de hoofdzin. 


Slide 23 - Diapositive

Liggend op zijn badmat las Achmad zijn dagblad.
A
goede beknopte bijzin
B
foutieve beknopte bijzin

Slide 24 - Quiz

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 25 - Quiz

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
A
beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 26 - Quiz

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
foutieve beknopte bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 27 - Quiz

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 28 - Quiz

Hoe verbeter je een foutieve beknopte bijzin? Er zijn twee manieren:
  1. Verander de beknopte bijzin in een gewone bijzin met een persoonsvorm en een onderwerp.

  2. Verander de hoofdzin en vul daar het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin in.

Slide 29 - Diapositive

Verbeter de onderstaande foutief beknopte bijzin:
In kennelijke staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.

Slide 30 - Question ouverte

Hoe verbeter je de foutief beknopte bijzin:
Hijgend op het station aangekomen, vertrok de trein net.

Slide 31 - Question ouverte

Hoe verbeter je deze foutief beknopte bijzin?
Na een uur gewacht te hebben arriveerde de bus.

Slide 32 - Question ouverte

Verbeter de onderstaande foutief beknopte bijzin:
Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.

Slide 33 - Question ouverte

Aan de slag: 

  1. Formuleren H3: maak opdr. 1, 3, 4 (blz. 102,103)  =HW woensdag.
  2. Doe online herhaaloefeningen van:

Grammatica woordsoorten H1, H2, H3 (alleen de woordsoorten die genoemd worden in theorie en bijbehorende opdrachten. NIET: laatste opdr. met alle woordsoorten)
Grammatica zinsdelen H3 (Niet: zinsdelen benoemen zoals in opdr. 4)
Formuleren H3: Theorie en bijbehorende opdrachten.

Slide 34 - Diapositive