donderdag 5/12

• Wiskunde
• Middelbare school

Welkom, Ohv1a!

- Ga rustig zitten op je plek.

- Leg je wiskundespullen op tafel.

- Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

Doel

de schaal berekenen met een verhoudingstabel

Schaal

1                    :                 20

Schaal

1                    :                 20

cm in de tekening

cm in de werkelijkheid

Voorbeeld

De wezel is in deze tekening 5 cm lang. In werkelijkheid is de wezel 75 cm. Bereken op welke schaal de tekening is gemaakt.

Voorbeeld

De wezel is in deze tekening 5 cm lang. In werkelijkheid is de wezel 75 cm. Bereken op welke schaal de tekening is gemaakt.

Stap 1

Voorbeeld

De wezel is in deze tekening 5 cm lang. In werkelijkheid is de wezel 75 cm. Bereken op welke schaal de tekening is gemaakt.

Stap 2

Voorbeeld

De wezel is in deze tekening 5 cm lang. In werkelijkheid is de wezel 75 cm. Bereken op welke schaal de tekening is gemaakt.

Stap 3

Voorbeeld

De wezel is in deze tekening 5 cm lang. In werkelijkheid is de wezel 75 cm. Bereken op welke schaal de tekening is gemaakt.

Stap 4

Stappenplan

1. Maak een tabel.
2. Vul de gegevens in.
3. Bereken hoeveel 1 cm in de tekening in werkelijkheid is.
4. Scrijf het antwoord op de vraag op.

 En nu zelf aan de slag!

maken en nakijken:  20, 22, 23, 24, 26, 27

(moeten vrijdag 4de af zijn)

Kijk je werk goed na: noteer bij een fout antwoord het juiste antwoord met een ander kleurtje! 

Werk voor jezelf. Als je een vraag hebt, overleg met je buurman/buurvrouw op fluistertoon. Als jullie toch niet uitkomen, steek je vinger op, dan geef ik jou toestemming en kom je naar mijn tafel toe.

Ben je klaar met het huiswerk? Laat mij je schrift zien en dan mag  je een spel uit de doos pakken!

Jeroen is 180 cm lang. Op een foto is hij 30 cm lang. Bereken de schaal waarop Jeroen op de foto staat.

Tot morgen!

Blijf zitten tot de bel gaat.