Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
praktische les bloedingen: les 3
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Leerdoelen
De leerlingen kunnen de verbandmaterialen benoemen welke gebruikt worden bij verchillende bloedingen.
De Leerlingen kunnen de verschillende bloedingen behandelen met de juiste materialen.
Slide 3 - Diapositive
materialen laten zien
wondsnelverband
hydrofielzwachtel
ideaalzwachtel
traumazwachtel
tourniquet
papieren zakdoekje
oogverband
Slide 4 - Diapositive
demonstreer handelingen
bloedende wond met wondsnelverband
bloedende wond met wonddrukverband
bloedende wond met traumazwachtel
bloedende wond met tourniquet
bloedneus
bloeding aan oog
bloeding aan oor
Slide 5 - Diapositive
welk verband ga je gebruiken bij een slagaderlijke bloeding
A
wonddrukverband
B
traumazwachtel
C
papieren zakdoekje
D
tourniquet
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Vidéo
oefenen
Je gaat nu samen met een klasgenoot de volgende slides af. Je volgt de les en voert de opdrachten samen uit. Dit betekend dat jullie beide de vaardigheid uit gaan voeren en individueel antwoord geven op de vragen gesteld in deze les.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Uitvoeren. Iedere leerling voert uit
Denk aan handhygiëne.
Neem wondsnelverband uit verpakking.
Leg wondkussen direct op de wond.
Zorg ervoor dat wondkussen niet verschuift.
Begin met verbinden bij de pols en verbind naar hart toe.
Voer lichte druk uit op wond.
Vraag of het niet te strak zit.
Slide 10 - Diapositive
Wondsnelverband (welke hoort er niet bij)
A
Verbind naar hart toe.
B
Ontsmet de wond.
C
Vraag of het niet te strak zit.
D
Leg het wondkussen op de wond, zonder verschuiven.
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Vidéo
Wonddrukverband
Verbind wond met een wondsnelverband.
Wanneer het verband doorbloed leg je een extra rol verband op de wond.
Verbind daarna met een ideaalzwachtel en geef druk op de wond.
Bloed het snelverband door tijdens het verbinden, gebruik overgebleven rolletje om druk op wond uit te oefenen.
Slide 13 - Diapositive
Welke verbandmiddelen gebruik je bij een wonddrukverband.
A
wondsnelverband
B
ideaal zwachtel
C
wondgaas
D
hechtpleister
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Vidéo
Traumazwachtel
Haal traumazwachtel uit de verpakking.
Leg wondkussen met plastic clip boven op de wond.
haal verband door de clip en trek clip over de wond.
maak een slag met verband aan de handkant.
ga daarna kruislings verbinden.
zet daarna verband vast met eindclip.
Is dit nog niet duidelijk kijk filmpje opnieuw.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Touriquet
Uitvoering bij de docent i.v.m veiligheid
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Bloedneus
Laat het slachtoffer de neus snuiten (niet bij gebroken neus of hersenschudding).
Laat het slachtoffer in schrijfhouding zitten.
Knijp neus dicht onder neusbot.
Houdt de neus 2 keer 5 minuten dichtgeknepen.
Is bloeden nog niet gestopt huisarts inschakelen.
Slide 20 - Diapositive
Welke handeling hoort niet bij een bloedneus
A
Eerst neus snuiten.
B
Knijp neus dicht onder neusbotje.
C
Houdt het hoofd achterover.
D
Bij gebroken neus niet snuiten.
Slide 21 - Quiz
Welke handeling is juist bij een bloedneus.
A
10 minuten neus dichtknijpen.
B
5 minuten, niet gestopt dan weer 5 minuten.
C
Hoofd achterover houden.
D
Dicht knijpen tot bloeden stopt.
Slide 22 - Quiz
Bloeding aan het oog
Dek oog af met gaasje zonder dat het het netvlies raakt.
plak randen af met hechtpleister.
Ga direct naar een arts.
Nooit doen! : gaasje, zakdoekje of iets dergelijks op oogbol drukken. Risico op schade aan oog.
Slide 23 - Diapositive
Noem zo veel mogelijk verbandmiddelen.
Slide 24 - Question ouverte
Wat zijn de juiste handelingen bij een bloedneus?
Sleep de tekst naar het juiste plaatje.
Hoofd achterover
Hoofd voorover
Neus dicht houden onder het neusbeen
10 minuten koelen
1 keer goed snuiten voordat je de neus dicht houdt
Eerst neus dichthouden dan snuiten
Ga altijd naar een huisarts
Laat het slachtoffer rondlopen
Laat het slachtoffer zitten
Slide 25 - Question de remorquage
1x goed laten snuiten, hoofd naar beneden, neus dichtknijpen