V1A 2.2 Negatieve getallen dl.2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom V1A bij wiskunde

Terugblik

Leerdoelen

Uitleg negatieve getallen

Zelfstandig oefenen

Huiswerk

Lesprogramma

• Je kan met pijltjes aangeven welk getal groter is.
• Je kan negatieve en positieve getallen optellen en aftrekken.

Leerdoelen

Wat betekent 3 > 4?

1. 3 en 4
2. 3 is groter dan 4
3. van 3 tot 4
4. 3 + 4

Wat betekent -5 < -2?

1. -5 is groter dan -2
2. -5 is kleiner dan -2

-3 + 7 =

-4 - 8 =

-5 + -4 =

-2 - -3 =

-10 - (7 - 2) =

-6 - (-3 - 8) =

Tijd voor vragen over het huiswerk:

1. bespreek de opdracht met je buurmens
2.  steek je vinger op voor hulp

Geen vragen? Ga aan de slag met 2.3
(opdracht 44 t/m 46 en 49 t/m 50) 

Lesinhoud

Maak hoofdstuk 2 opdracht  44, 45, 46, 48, 49, 50, 50, 53, 54, 57 t/m 60, 62 t/m 66.

Gaat dit heel goed? Maak van 48, 49, 57, 58, 59, 62 en 63 alleen het rechterrijtje.

Je krijgt tot 13.25 uur. Je werkt de eerste vijf minuten zelfstandig in stilte, daarna mag je met je buurman/-vrouw overleggen.

Heb je een vraag? Steek je vinger op! Klaar? Maak opdracht 67.

Lesinhoud

Hoofdstuk 2 opdracht 44, 45, 46, 48, 49, 50, 50, 53, 54, 57 t/m 60, 62 t/m 66.

Gaat dit heel goed? Maak van 48, 49, 57, 58, 59, 62 en 63 alleen het rechterrijtje.

Donderdag: SO hoofdstuk 2 t/m 2.4

Schrijf je huiswerk in je Plenda!

Werk netjes: maak altijd een kantlijn, neem de ruimte en schrijf leesbaar.

Huiswerk