Stijlen

Stijlen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Vormgeving GrafischMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Stijlen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Imago: 
het beeld dat anderen van je hebben door middel van jouw stijl

Het totaalplaatje!
kleding / schoenen / accessoires / kapsel / make up


 smaak / mood / trends / doel


Imago -> Doelgroep

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brainstorm
15 min





Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stijlen door de jaren heen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

18e - 19e eeuw
- Korset belangrijk: taille is symbool voor vruchtbaarheid.

- Nog geen make-up zoals wij dat kennen.

- Rijke mensen gebruiken al wel pruiken.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

20e eeuw, jaren 20
- Emancipatie begint, het korset verdwijnt en daarmee de taille en rondingen in de mode.

- Opkomst van make-up en technieken voor verzorging 

Bv andere vorm wenkbrauwen, kapsel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jaren 40
Na de oorlog eenvoudigere stijl.
Stoffen zijn nog steeds wat stugger.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jaren 50
Er komt meer luxe, meer mogelijkheden met stoffen en verzorging.
Make-up wordt beïnvloed door onder andere filmsterren. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jaren 70
Vrouwen dragen steeds meer broeken.

Er komen langzaam steeds meer make-up producten en kleurmogelijkheden.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jaren 80
Meerdere stijlen om te kiezen. Nieuwe materialen bij kleding, meer make-upkleuren.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jaren 2000
Veel is mogelijk, eigen stijl wordt steeds belangrijker.
Bijvoorbeeld:
Boyfriendlook en skinny wisselen elkaar af.
Dan mode weer langer, korter. 
Veel kleur, pastel of zwart-wit.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dan weer gloss, dan weer mat, met of zonder donkere rand.
Dunne wenkbrauwen, later weer dik.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Casual stijl
De casual stijl is een comfortabele, 
ongedwongen stijl die meestal bestaat 
uit jeans, T-shirts en sneakers.

Slide 15 - Diapositive

Toon voorbeelden van de casual stijl en vraag de leerlingen of ze andere kledingstijlen kunnen bedenken.
Hipster stijl
De hipster stijl kenmerkt zich door vintage kleding, hoeden en alternatieve accessoires.

Slide 16 - Diapositive

Leg uit wat de hipster stijl is en vraag de leerlingen of ze iemand kennen die deze stijl heeft.
Sportieve stijl
De sportieve stijl omvat sportieve kleding zoals trainingspakken, sneakers en petjes.

Slide 17 - Diapositive

Noem voorbeelden van de sportieve stijl en vraag de leerlingen of ze deze stijl zelf dragen.
Formele stijl
De formele stijl bestaat uit nette kleding zoals pakken, overhemden en leren schoenen.

Slide 18 - Diapositive

Toon voorbeelden van de formele stijl en vraag de leerlingen of ze deze stijl wel eens hebben gezien.
Bohemiens stijl
De bohemian stijl 
omvat losse, 
vloeiende kleding 
met etnische 
patronen en 
natuurlijke materialen.

Slide 19 - Diapositive

Beschrijf wat de bohemian stijl is en vraag de leerlingen of ze iemand kennen met deze stijl.
Gothic stijl
De gothic stijl 
kenmerkt zich door 
zwarte kleding, 
zware make-up en 
opvallende accessoires.

Slide 20 - Diapositive

Leg uit wat de gothic stijl is en vraag de leerlingen of ze iemand kennen met deze stijl.
Opdracht 1:  -15 min-

- samenwerken in tweetallen -

benoem 3 stijlen, analyseer deze samen
Uitwerking:
maak een lijst met kenmerken
maak een moodboard


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2:  -10 min-

- samenwerken in tweetallen -

Wissel de uitgewerkte stijlen met een andere groep

jullie taak is om voor deze stijl schoenen te ontwerpen
benoem kenmerken denk hierbij aan:
materialen
technieken
vormen 
kleuren


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 4: - 25 min -

- individueel -

kies een van de stijlen 

start met het maken van een ontwerp

maak schetsen met envtl. kleur


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 5: - 10 minuten -

- speeddate -

je zit tegenover elkaar (2 tallen)
pitch jou ontwerp in 1 minuut

kies samen welk ontwerp icm pitch het beste past bij de stijl

dit ontwerp is door naar de tweede ronde!

tweede ronde = klassikaal



Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions