AKbevolkingenruimteles3
1 / 25
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Gastarbeiders uit de jaren '60 kwamen uit:
A
Turkije, Syrië, Duitsland en Spanje
B
Turkije, Marokko, Syrië en Spanje
C
Turkije, Marokko, Italië en Spanje
D
Italië, Duitsland, Spanje en Marokko
Slide 2 - Quiz
Er is sprake van een vestigingsoverschot als...
A
Er meer mensen emigreren dan er immigreren
B
Er meer mensen immigreren dan er emigreren
C
Er teveel vluchtelingen het land binnen komen
D
Er teveel arbeidsmigranten het land binnen komen
Slide 3 - Quiz
Wat was GEEN voorbeeld van een dichtbevolkt land?
A
Canada
B
Nederland
C
India
D
China
Slide 4 - Quiz
Welke drie groepen immigranten ken je?
Slide 5 - Question ouverte
Het sterftecijfer is...
A
Het aantal doden per jaar in een land
B
Het aantal doden per 1000 inwoners per jaar
C
Het aantal doden van de hele wereld
D
Het aantal doden per 100 inwoners per jaar
Slide 6 - Quiz
Welke uitspraak is waar?
A
Het Groene Hart is dichtbevolkt
B
De Randstad is dunbevolkt
C
De Randstad is dichtbevolkt en er zijn veel grote steden
D
De Randstad is dichtbevolkt, maar er zijn weinig steden
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Welke uitspraak is NIET WAAR over de Nederlandse bevolking?
A
Rond 2004 gingen meer mensen emigreren
B
Er zijn nu meer immigranten dan emigranten
C
Tussen 2014 en 2019 groeide de bevolking
D
In 2019 waren er minder immigranten dan in 1999
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Welke uitspraak is NIET WAAR?
A
De meeste Nederlanders emigreren naar Frankrijk of Spanje
B
De meeste Nederlanders emigreren vanwege hun werk of relatie
C
Minder belasting betalen of goedkopere huizen is ook een reden om te emigreren naar Duitsland
D
De meeste Nederlanders emigreren naar Duitsland of België
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Lien
Slide 17 - Lien
Slide 18 - Diapositive
Wat kun je zeggen over de Griekse bevolking?
A
De Griekse bevolking krimpt
B
De Griekse bevolking neemt langzaam toe
C
De Griekse bevolking neemt snel toe
D
De Griekse bevolking blijft ongeveer gelijk
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Lien
Slide 22 - Vidéo
ontgroening
vergrijzing
jonge bevolking
Slide 23 - Question de remorquage
Slide 24 - Diapositive
Bedenk een toetsvraag bij de stof van vandaag
