Het Grieks

Even opfrissen

Met de hulp van Herakles!
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Even opfrissen

Met de hulp van Herakles!

Slide 1 - Diapositive

Met degene naast je:
Lees tekst 5A aan elkaar voor
But there's a catch (STREEK-stra, hallo)
Doe het woord voor woord
timer
5:05

Slide 2 - Diapositive

Teken een kat in je schrift
& geef 'm een naam.
Mocht je inspiratie nodig hebben:

Slide 3 - Diapositive

Leg aan de kat uit wat naamvallen zijn
Beste kat,
- Gebruik twee voorbeelden in in het Grieks (met Nederlandse vertaling)
- Gebruik eventueel p. 28 tekstboek 
timer
3:33

Slide 4 - Diapositive

nom
gen
dat
acc
onderwerp
naamw. deel 
aanvulling
meew. vw. 
'van'
lijd. vw.
'met', 'door', 'in' 
τους φιλους

Slide 5 - Question de remorquage

Wat zijn naamvallen ook alweer?

Slide 6 - Question ouverte

Naamvallen
  •  1 woord heeft dus 8 verschillende uitgangen
  • (enkelvoud en meervoud x nom, gen, dat en acc)
  • woordvolgorde geeft dus NIET aan of een woord onderwerp is of lijdend voorwerp 

Slide 7 - Diapositive

onderwerp
bijvoeglijke bepaling 
lijdend voorwerp 
meewerkend voorwerp

ὁ δουλος
του δουλου
τῳ δουλῳ
τον δουλον

Slide 8 - Question de remorquage

onderwerp
bijvoeglijke bepaling 
lijdend voorwerp 
meewerkend voorwerp

το θηριον
του θηριου
τῳ θηριῳ
το θηριον
τα θηρια
των θηριων
τοις θηριοις
τα θηρια

Slide 9 - Question de remorquage

Naamvallen in de praktijk!


(voorbeelden komen uit tekst 4a)

Slide 10 - Diapositive

Ὁ Ἡρακλῆς καὶ Ἰόλαος φίλοι εἰσίν.
Onderwerp in de zin is?
A
Ὁ Ἡρακλῆς
B
Ἰόλαος
C
Ὁ Ἡρακλῆς καὶ Ἰόλαος
D
φίλοι

Slide 11 - Quiz

Ὁ Ἡρακλῆς καὶ Ἰόλαος φίλοι εἰσίν.
Naamwoordelijk deel van het gezegde in de zin is?
A
Ὁ Ἡρακλῆς
B
Ἰόλαος
C
Ὁ Ἡρακλῆς καὶ Ἰόλαος
D
φίλοι

Slide 12 - Quiz

Welke twee functies kan een nominativus dus hebben?

Slide 13 - Question ouverte

Οἱ φίλοι εἰς Λέρναν βαίνουσιν·
Onderwerp in de zin is?
A
Οἱ φίλοι
B
εἰς
C
Λέρναν
D
βαίνουσιν

Slide 14 - Quiz

Οἱ φίλοι εἰς Λέρναν βαίνουσιν·
Lijdend voorwerp in de zin is?
A
βαίνουσιν
B
εἰς
C
Λέρναν
D
geen lijdend voorwerp

Slide 15 - Quiz

Οἱ φίλοι εἰς Λέρναν βαίνουσιν·
Waarom staat Λέρναν dan in een acc?
A
lijdend voorwerp
B
vanwege εἰς
C
Λέρναν is altijd acc
D
vanwege βαίνουσιν

Slide 16 - Quiz

Wat zijn dus de twee redenen waarom een accusativus gebruikt kan worden?

Slide 17 - Question ouverte

ἐνταῦθα μεγάλη ὕδρα οἰκεῖ.
Wat is het bijvoeglijke naamwoord in deze zin?
A
ἐνταῦθα
B
μεγάλη
C
ὕδρα
D
οἰκεῖ

Slide 18 - Quiz

Ἡ δ’ ὕδρα θηρίον δεινόν ἐστιν.
Onderwerp in de zin is?
A
ὕδρα
B
δεινόν
C
ἐστιν

Slide 19 - Quiz

Ἡ δ’ ὕδρα θηρίον δεινόν ἐστιν.
δεινόν is een bijvoeglijk naamwoord bij?
A
ὕδρα
B
θηρίον

Slide 20 - Quiz

Ἡ δ’ ὕδρα θηρίον δεινόν ἐστιν.
ἐστιν is?
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 21 - Quiz

Τὸ δὲ δεινὸν θηρίον φοβεῖ τοὺς ἐπιχωρίους·
Onderwerp in de zin?
A
Τὸ δεινὸν θηρίον
B
θηρίον
C
φοβεῖ
D
τοὺς ἐπιχωρίους

Slide 22 - Quiz

Τὸ δὲ δεινὸν θηρίον φοβεῖ τοὺς ἐπιχωρίους·
Lijdend voorwerp in de zin?
A
Τὸ δεινὸν θηρίον
B
θηρίον
C
φοβεῖ
D
τοὺς ἐπιχωρίους

Slide 23 - Quiz

Τὸ δὲ δεινὸν θηρίον φοβεῖ τοὺς ἐπιχωρίους·
Τὸ θηρίον is:
A
nom ev ma
B
acc ev ma
C
acc ev onz
D
nom ev onz

Slide 24 - Quiz

Τὸ δὲ δεινὸν θηρίον φοβεῖ τοὺς ἐπιχωρίους·
δεινὸν is:
A
nom ev ma
B
acc ev ma
C
acc ev onz
D
nom ev onz

Slide 25 - Quiz

Τὸ δεινὸν θηρίον 
Een bijvoeglijk naamwoord is dus hetzelfde als het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort in
- naamval
-getal
-geslacht

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk voor vrijdag
3 x 2 minuut leren 
of (2 x 3 minuut)
rijtjes p. 28 (strijd, slaaf en dier)

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Maak (EN ZORG DAT DEGENE NAAST JE JE SCHRIFT NIET ZIET) een tekening van 4 woorden uit lessen 3A, 3B, 3C



Degene naast je gaat zodadelijk raden welke vier woorden je hebt getekent/uitgebeeld

< tekentijd
> raadtijd
timer
3:33
timer
1:11

Slide 29 - Diapositive

Les 6

Slide 30 - Diapositive

χαιρετε!

Slide 31 - Diapositive

Vorige les: verhaal over perspectief van de Minotaurus

Slide 32 - Diapositive

Lezen tekst inleiding les 6 (tekstboek/rode boek p. )

Slide 33 - Diapositive

Pittheus
Aigeus
Theseus
Medea
vader van Theseus
getrouwd met Medea
vader van Aithra
koning van Troizen
legde zijn sandalen en zwaard onder een rots neer 
koning van Athene
wil Theseus vermoorden
bezit magische krachten
verbergt diens identiteit
moet een stier vangen
stoot gifbeker om

Slide 34 - Question de remorquage

Slide 35 - Vidéo