H4 §2b Kies je voor zekerheid?

Ik zit klaar voor de les:
  • Pak je laptop en je eco boek. Start je laptop op en ga naar LessonUp
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Ik zit klaar voor de les:
  • Pak je laptop en je eco boek. Start je laptop op en ga naar LessonUp
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 1 - Diapositive

Rekenvraag:
Pleun en Sem laten 75 m2 vloerisolatie aanleggen voor € 2.700. Per m2 krijgen ze € 6 subsidie.
Bereken hoeveel procent de subsidie is van het aankoopbedrag. Rond af op één decimaal.

Slide 2 - Question ouverte

H4 §2b Woon je verzekerd

Slide 3 - Diapositive


Deze les:
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie en opdrachten maken 
  • Evalueren van de lesdoelen

Slide 4 - Diapositive


Terugblik:
Wat weet je nog van de vorige les over woonverzekeringen

Slide 5 - Diapositive

Welke 2 woonverzekeringen zijn er?

Slide 6 - Carte mentale

Bij een opstalverzekering verzeker je huis tegen de herbouwwaarde.
Is de herbouwwaarde meestal hoger of lager zijn dan de verkoopwaarde van een huis?
A
hoger
B
lager

Slide 7 - Quiz

Uitleg:
Veel mensen schrikken als ze de herbouwwaarde van hun woning zien, omdat deze meestal veel lager is dan de aankoopprijs. 
De herbouwwaarde is het bedrag dat nodig is om hetzelfde huis op dezelfde plaats opnieuw te bouwen. Het gaat erom dus om bouwkosten, zonder dat rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld de grootte van de tuin. 
De plek waar het huis staat is niet weg als het huis in brand staat; deze hoef je dus ook niet mee te verzekeren.

Slide 8 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk? 

K: 4 t/m 6 (105)
         TL: 4 t/m 6 (105)



Slide 9 - Diapositive


Lesdoel:
Ik weet:
  • hoe je de premie van een woonhuisverzekering berekent
  • hoe het heet als je te laag verzekert bent
  • hoe je de schadevergoeding berekent bij onderverzekering

Slide 10 - Diapositive

Lees mee:

Slide 11 - Diapositive

De formule:

Slide 12 - Diapositive

Samen maken vraag 7

Slide 13 - Diapositive

De premie voor een woonhuisverzekering
Je verzekert je inboedel of je huis. De verzekeraar vraagt daarover gegevens bij jou op. 
  • Daarmee stelt hij vast wat het verzekerde bedrag is. 
  • Ook laat hij weten wat het tarief voor de premie is. 

Dit premietarief is vaak een bedrag voor elke € 1.000 waarvoor je verzekerd bent. Hieronder zie je hoe je daarmee de premie kunt berekenen. Hoe uitgebreider je verzekerd bent, des te hoger de premie is.



Slide 14 - Diapositive

Premie woonhuisverzekering = 
verzekerd bedrag ÷ € 1.000 × premietarief

Volgens je verzekeraar is de herbouwwaarde van jullie huis € 260.000. 
Per jaar is het premietarief € 1,15 per € 1.000 verzekerd bedrag.

De premie is € 260.000 ÷ 1.000 × € 1,15 = 260 × € 1,15 = € 299 per jaar.

Slide 15 - Diapositive

Maak opdracht:
K: 8 (106)
TL: 7 & 8 (106)

timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Antwoorden:

Slide 17 - Diapositive

Lees mee:

Slide 18 - Diapositive

De formule:

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Te laag verzekerd?
Als je voor het juiste bedrag verzekerd bent, krijg je een schade volledig vergoed.
Bij oververzekering ben je voor een te hoog bedrag verzekerd. Dat heeft geen zin, want je betaalt dan onnodig meer premie. Bij schade krijg je alleen de werkelijke schade vergoed.
Bij onderverzekering is het verzekerde bedrag lager dan de werkelijke waarde. Als je dan schade hebt, is ook de schadevergoeding lager.
Hoe je de schadevergoeding berekent bij onderverzekering, staat hieronder uitgelegd.


Slide 21 - Diapositive

Schadevergoeding bij onderverzekering = 
verzekerd bedrag ÷ werkelijke waarde × schadebedrag
Voorbeeld:
Je inboedel is voor € 50.000 verzekerd. 
In werkelijkheid is die € 60.000 waard. 

Bij een kleine brand ontstaat er voor € 15.000 schade aan je inboedel.

De schadevergoeding wordt € 50.000 ÷ € 60.000 × € 15.000 = € 12.500.

Slide 22 - Diapositive

Je verzekert je inboedel voor € 50.000.
In werkelijkheid is je inboedel €60.000 waard.
Er wordt ingebroken en de schade is € 12.000.

Je krijgt nu aan schadevergoeding:
A
€ 2.000
B
€ 10.000
C
€ 12.000
D
€ 6.000

Slide 23 - Quiz

Maak opdracht:
K: 9 & 10 (107)


timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Lees mee (TL):

Slide 25 - Diapositive

De formule:

Slide 26 - Diapositive

Samen TL: 11 (107)
Maak opdracht:
TL: 10 (107)


timer
10:00

Slide 27 - Diapositive

Antwoord vraag 11

Slide 28 - Diapositive


Lesdoel:
Ik weet:
  1. hoe je de premie van een woonhuisverzekering berekent
  2. hoe het heet als je te laag verzekert bent
  3. hoe je de schadevergoeding berekent bij onderverzekering

Slide 29 - Diapositive

  • Het is zinvol om iets te verzekeren als het risico groot is dat je het niet zelf kunt betalen om het opnieuw te kopen als het stuk gaat/gestolen wordt. 
  • Het risico is groot als:
  1. de kans op schade groot is
  2. de waarde van wat je verzekert groot is
  • Een onzeker voorval betekent dat je van te voren niet kunt weten dat je schade zou krijgen
  • Een premie betaal je aan de verzekeringsmaatschappij als je een verzekering hebt afgesloten
  • De verzekeraar gebruikt de premies voor:
  1. vergoeden van schades
  2. betalen van kosten (personeel, gebouw enz)
  3. een reserve voor onverwacht grote schades (zorgkosten Covid pandemie)
  4. winst

1. Premie woonhuisverzekering = verzekerd bedrag : 1.000 x premietarief

2. Als je voor een te laag bedrag verzekerd bent dan heet dat: onderverzekerd zijn

3. Schadevergoeding bij onderverzekering = 
verzekerd bedrag : werkelijke waarde x schadebedrag

Slide 30 - Diapositive

Huiswerk:
Maak de opgaven: 

K: 9 & 10 (107)
       TL: 10 & 11 (107)

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk:

Maak opdrachten: 
9 & 10 (107)

Slide 32 - Diapositive


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Samengevat:
Met een ...1.... zijn spullen in je huis tegen ....2.... verzekerd tegen bijvoorbeeld diefstal of brand. Een verzekering tegen schade aan de woning zelf is de ....3.... 
Je woning is dan verzekerd voor het bedrag dat nodig is om het huis weer op te bouwen. 
Dat bedrag noem je de ...4....

Als de verzekerde waarde kleiner is dan de werkelijke waarde, dan ben je ...5.... en krijg je bij schade minder uitgekeerd. 
Hoeveel je dan krijgt uitgekeerd, bereken je met de formule:
...6..... ÷ ....7.... × ....8.....


Slide 35 - Diapositive

Antwoorden:
  1. inboedelverzekering
  2. nieuwwaarde
  3. opstalverzekering
  4. herbouwwaarde.
  5. onderverzekerd
  6. verzekerde waarde ÷  (7) werkelijke waarde ×  (8) schadebedrag.


Slide 36 - Diapositive