Lezen 2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden - P1a

Lezen 2.3

Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lezen 2.3

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Tekststructuren herhalen Lezen 2.1 - De indeling van teksten
  • Vragen beantwoorden over Lezen 2.2 - Deelonderwerpen herkennen 
  • Terugblik Lezen 2.2 - Deelonderwerpen herkennen
  • Theorie Lezen 2.3 - Tekstverbanden en signaalwoorden 
  • Zelfstandig aan de slag 

Slide 2 - Diapositive

Herhalen Lezen 2.1 - De indeling van teksten: Tekststructuren

Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur.
De tekststructuur laat zien hoe de tekst in elkaar zit. 
Bij tekststructuren zijn ook bijbehorende signaalwoorden. 






Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld 
aspectenstructuur
       

        1 Inleiding: introduceert het onderwerp

        2, 3 en 4 middenstuk: diverse aspecten (onderdelen) van het onderwerp

        5 slot: geeft een samenvatting



1
2
3
4

5

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld 
voor- en nadelenstructuur



        1 inleiding
: onderwerp, vraag of stelling

        2, 3 middenstuk: voor- en nadelen

        4 slot: een afweging en conclusie
1
2
3
4

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld
vraag-antwoordstructuur 
       

        1 inleiding: is er een vraag

        2 middenstuk: antwoorden

        3 slot: geeft een samenvatting of conclusie

1
2
3

Slide 6 - Diapositive

Vragen beantwoorden over Lezen 2.2 - Deelonderwerpen herkennen 
Vragen beantwoorden over Lezen 2.2 - 
Deelonderwerpen herkennen 

Slide 7 - Diapositive


Wat zijn deelonderwerpen?

Slide 8 - Question ouverte

Het onderwerp van een tekst is 'paarden'.
Wat zou dan een deelonderwerp kunnen zijn?

Slide 9 - Question ouverte

Herhaling theorie
Lezen 2.2 - Deelonderwerpen herkennen

Slide 10 - Diapositive

Herhaling theorie
  • Deelonderwerpen zijn de verschillende kanten van een onderwerp in een tekst die aan bod komen.

  • Denk bij deelonderwerpen ook aan argumenten, oorzaken, voordelen of oplossingen.

  • Soms beslaat een deelonderwerp één alinea, soms enkele alinea's.

Slide 11 - Diapositive

Herhaling theorie
Een goede aanpak om deelonderwerpen snel te vinden:

1. Lees de titel en de inleiding
2. Bekijk de lay-out (=opmaak) van de tekst
3. Bij twijfel lees je de eerste en/of laatste zin van een alinea om te weten waar een nieuw deelonderwerp begint. 

Slide 12 - Diapositive

Theorie


Lezen 2.3 - Tekstverbanden en signaalwoorden
Lesdoel: Je herkent signaalwoorden en je ontdekt verbanden in een tekst.

Slide 13 - Diapositive

Theorie

  • In een goed opgebouwde tekst vind je logische verbanden tussen de verschillende zinnen en alinea's. 

  • De schrijver kan gebruik maken van signaalwoorden om die relaties duidelijk te maken.

  • Bijlagen: Tekstverbanden en signaalwoorden (p. 208)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld
Welke signaalwoorden en tekstverbanden kan je uit deze zinnen halen?


1. Het Rode Kruis zoekt dringend vrijwilligers, om aan de groeiende hulpvraag te kunnen voldoen.

2. Ik lees de krant, zodat ik op de hoogte blijf van al het belangrijke nieuws.

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld
Welke signaalwoorden en tekstverbanden kan je uit deze zinnen halen?


1. Het Rode Kruis zoekt dringend vrijwilligers, om aan de groeiende hulpvraag te kunnen voldoen.

2. Ik lees de krant, zodat ik op de hoogte blijf van al het belangrijke nieuws.

verband= doel-middel
verband= oorzaak-gevolg

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeld
Welke signaalwoorden missen er in deze zinnen?


1. Die gewichtstoename zou komen die vrouwen voor zichzelf net zoveel eten opscheppen als voor hun mannelijke partner. 

2. Die portie is natuurlijk veel te groot, vrouwen minder calorieën nodig hebben. 

Slide 18 - Diapositive

Voorbeeld
Welke signaalwoorden missen er in deze zinnen?
 

1. Die gewichtstoename zou komen doordat die vrouwen voor zichzelf net zoveel eten opscheppen als voor hun mannelijke partner.

2. Die portie is natuurlijk veel te groot, omdat vrouwen minder calorieën nodig hebben. 

verband= oorzaak-gevolg
verband= reden/argument

Slide 19 - Diapositive

Wat zijn de 
signaalwoorden in de 
tekst?

Slide 20 - Diapositive

Het signaalwoord 'echter' geeft een tegenstelling aan. 
Het signaalwoord 'om...te' geeft het verband doel-middel aan.
Het signaalwoord 'zodat' geeft ook een doel-middel aan. 
Het signaalwoord 'Zo' geeft een voorbeeld aan. 

Slide 21 - Diapositive

Zelfstandig aan de slag
Maken: 
Lezen 2.3 - Tekstverbanden en signaalwoorden
Opdracht 1, 2 en examenopdracht

Slide 22 - Diapositive