HV2 ch5 les 6

pâques pasen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

pâques pasen

Slide 1 - Diapositive

qu'est-ce qu'on va faire
  • les verbes en -re bron G
  • voca A/B

Slide 2 - Diapositive

Bron G: verbes -re

Slide 3 - Diapositive

Bloc G -> verbes en -re
De regelmatige ww die eindigen op -re (attendre, vendre, rendre, perdre, entendre, répondre) worden op dezelfde manier
vervoegd.
Stam + uitgang.
Je rends
tu rends
il rend
nous rendons
vous rendez
ils rendent
Je attends
Tu attends
il attend
nous attendons
vous attendez
ils attendent

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Vervoeg: Nous ____ (wachten, attendre présent)

Slide 6 - Question ouverte

vervoeg: ik hoor (entendre)

Slide 7 - Question ouverte

Vervoeg: Ils _____ (verliezen, perdre,passé composé)

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Vervoeg: wij hebben verkocht (vendre)
A
vous avez vendu
B
nous avons vendu
C
ils ont vendu

Slide 10 - Quiz

werkboek blz 42, voca A en B

Slide 11 - Diapositive

werkwoorden in voca
A en B

Slide 12 - Carte mentale

welke woorden horen
bij wintersport

Slide 13 - Carte mentale

woorden om
iets te beschrijven, bijv
makkelijk, etc

Slide 14 - Carte mentale

wat is la cour
A
het koor
B
het schoolplein

Slide 15 - Quiz

wat is tomber
A
vertrekken
B
komen
C
vallen
D
proberen

Slide 16 - Quiz

wat is partir
A
vertrekken
B
delen

Slide 17 - Quiz

wat is l'avantage
A
de berg
B
het voordeel

Slide 18 - Quiz

wat is met de fiets
A
à la montagne
B
à velo

Slide 19 - Quiz

wat is marrant
A
stom
B
grappig

Slide 20 - Quiz

wat is grâce à
A
geen dank
B
dankzij

Slide 21 - Quiz

wat is het tegenovergestelde van facile=makkelijk

Slide 22 - Question ouverte

wat is het tegenovergestelde van plus=meer

Slide 23 - Question ouverte

wat betekent: qu'est-ce que vous avez fait?

Slide 24 - Question ouverte

wat is skiën in het frans

Slide 25 - Question ouverte

wat betekent: on a loué un appartement?

Slide 26 - Question ouverte

wat is wandelen in het frans

Slide 27 - Question ouverte