Rijden met alcohol, drugs en/of medicijnen

Rijden onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Rijden onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen.

Slide 1 - Diapositive

Moeilijke woorden!
Onder invloed

Rijden met alcohol, drugs of medicijnen in je lichaam. 
Misdrijf
Dit is verboden en daar krijg je straf voor. 
Rijvaardigheid
Hoe goed je kunt rijden.
Promille
Hoeveel alcohol er in je bloed zit. Net als cm, liter etc.
Ademtest
Test om te kijken hoeveel alcohol er in je lichaam zit.
Geneesmiddelen
Pillen van de dokter.

Slide 2 - Diapositive

Moeilijke woorden!
Analyse apparaat
Apparaat dat meet hoeveel alcohol er in je lichaam zit.
Bloedonderzoek
Onderzoek van het bloed om te kijken of er alcohol of drugs in je lichaam zit.
Urineonderzoek
Onderzoeken van je plas om te kijken of er drugs in je lichaam zit.
LEMA cursus
Dit is een straf. Lichte cursus over hoe je moet omgaan met alcohol en drugs in het verkeer.
EMA cursus
Dit is een straf. Zware cursus over hoe je moet omgaan met alcohol en drugs in het verkeer.

Slide 3 - Diapositive

Uitleg
Rijden onder invloed heeft een negatief effect op de rijvaardigheid

Dus: van alcohol, drugs en sommige geneesmiddelen ga je slechter rijden. 

Slide 4 - Diapositive

Uitleg
Niet van alle geneesmiddelen ga je slechter rijden. Alleen van geneesmiddelen met een gele sticker kun je slechter gaan rijden. 

Slide 5 - Diapositive

Uitleg
Als je teveel alcohol, drugs of geneesmiddelen gebruikt terwijl je rijdt, is dat een misdrijf. 

Dus: je kunt er straf voor krijgen omdat het niet mag. Je kunt ongelukken veroorzaken.

Slide 6 - Diapositive

Uitleg
De politie kan in jouw adem, bloed of urine zien of jij alcohol, drugs of geneesmiddelen hebt gebruikt. 

Hierover liegen werkt dus niet.

De politie doet soms controles om te kijken welke bestuurders alcohol, drugs of geneesmiddelen hebben gebruikt.

Slide 7 - Diapositive

Uitleg
Tijdens de controles kijkt de politie bijvoorbeeld  hoeveel promille alcohol je in je lichaam hebt. 

Dit kan door een ademtest, bloedtest of een urinetest. Je bent verplicht om hieraan mee te werken. 

Slide 8 - Diapositive

Uitleg
Als er teveel alcohol in je lichaam zit dan krijg je straf. Dit kan een boete zijn, een gevangenisstraf of een LEMA of EMA cursus. Vaak mag je ook niet meer rijden.

Beginnend bestuurder = 0,2 promille
Ervaren bestuurder = 0,5 promille 

Slide 9 - Diapositive

Uitleg
Het duurt lang voordat alcohol, drugs en geneesmiddelen zijn afgebroken. Dit betekent: dat ze uit je lichaam zijn.

1 glas bier zit bijvoorbeeld 1,5 uur in je lichaam. 

Als je 5 glazen alcohol drinkt dan mag je 7,5 uur geen autorijden. 

Slide 10 - Diapositive

Bij een alcoholcontrole zeg je tegen de politie dat je niet wil meewerken. Mag dit?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Hoe lang duurt het voordat een glas alcohol is afgebroken?
A
0,5 uur
B
1 uur
C
1,5 uur
D
2 uur

Slide 12 - Quiz

Wat vermindert het alcoholpercentage in het lichaam?
A
Frisse buitenlucht
B
Een kopje koffie
C
Niets
D
Een glas water

Slide 13 - Quiz

Wat is het maximaal toegestane alcoholpercentage bij beginnende bestuurders?
A
0,2 promille
B
0,5 promille
C
0,8 promille
D
0 promille

Slide 14 - Quiz

Wat betekent: 'Elena is onder invloed van drugs' ?
A
Elena houdt van drugs
B
Elena heeft drugs gebruikt
C
Elena houdt niet van drugs
D
Elena moet drugs gebruiker van de dokter

Slide 15 - Quiz