Present simple: questions & negations

PRESENT SIMPLE: QUESTIONS & NEGATIONS
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

PRESENT SIMPLE: QUESTIONS & NEGATIONS

Slide 1 - Diapositive

LEARNING GOALS
By the end of this lesson:

  • You know how to make questions and negations using the present simple.

Slide 2 - Diapositive

Recap: hoe maken we vraagzinnen met to be?
Bijv: I am Eline

Slide 3 - Question ouverte

Recap: hoe maken we ontkenningszinnen met to be?
Bijv: I am Eline

Slide 4 - Question ouverte

PRESENT SIMPLE: QUESTIONS & NEGATIONS
De werkwoorden to be en to have got zijn uitzonderingen op de standaardregel.

Normaal gesproken gebruiken we het werkwoord to do om vraagzinnen en ontkenningszinnen te maken.

Het werkwoord to do wordt als volgt vervoegd:

  • I / you / we / they DO
  • He / she / it DOES

Slide 5 - Diapositive

PRESENT SIMPLE: QUESTIONS
Bij vragen zetten we een passende vorm van het werkwoord to do vooraan de zin.

I feel good. -> Do you feel good?
He looks happy. -> Does he look happy? 

Let op: omdat we het werkwoord to do vervoegen voor he / she / it (does), zetten we het andere werkwoord in de volledige werkwoordsvorm. Looks -> look

Slide 6 - Diapositive

PRESENT SIMPLE: NEGATIONS
Bij ontkenningen zetten we een passende vorm van het werkwoord to do + not tussen het persoonlijk voornaamwoord / onderwerp en het werkwoord.

I feel good. -> I do not / don't feel good.
He looks happy. -> He does not / doesn't look happy.

Let op: omdat we het werkwoord to do vervoegen voor he / she / it (does), zetten we het andere werkwoord in de volledige werkwoordsvorm. Looks -> look

Slide 7 - Diapositive

PRESENT SIMPLE: QUESTIONS & NEGATIONS
Maak vraagzinnen en ontkenningszinnen. Schrijf het op in je schrift.

  1. They write e-mails every day.
  2. You watch a lot of TV.
  3. He reads the newspaper.
  4. She is good at dancing.
  5. You drink a lot of tea.
  6. He has got a nice car.
  7. They like vegetables.
  8. She catches a cold every winter.

Slide 8 - Diapositive

LEARNING GOALS
Now you know:

  • How to make questions and negations using the present simple.

Slide 9 - Diapositive

Assignment
  • You are going to interview your classmate
  • Ask them about school: favorite subjects, friends, activities etc. (look it up in the word list on p. 131)
  • Write down at least 3 interview questions each
  • Done? Take turns asking each other your questions
  • Make sure you give your answers in FULL sentences (not just 'yes' or 'no')

This assignment will help you on the test. Take it seriously.

Slide 10 - Diapositive