Goed Gebekt 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

1. Terugblik
2. Lesdoel
   
3. Goed Gebekt 1
4. Uitleg opdracht
   
5. Opdracht
   
6. Lesdoel behaald?
   
7. Tips & Tops
   
8. Volgende week 

1. Goedgebekt zijn.

1. goed kunnen spreken
2. een knap gezicht hebben
3. een rimpelloos gezicht hebben

2. Dat is een wassen neus.

1. dat stelt niets voor
2. dat is gelogen
3. dat is heel kwetsbaar

3. Een ongeluk komt zelden alleen.

1. een ongeluk maak je zelden in je eentje mee
2. als er iets tegenzit, volgen er vaak meer tegenslagen
3. als je een ongeluk veroorzaakt, krijg je meestal veel steun

4. Met azijn vang je geen vliegen.

1. als je een lastige klus moet uitvoeren, moet je een plan hebben
2. met onaardige woorden bereik je niets
3. je moet geen wartaal uitslaan

5. Mijn opa zei altijd: "Arbeid adelt".

1. met hard werken kun je bereiken wat je wilt
2. van hard werken word je rijk
3. hard werken is goed voor je

6. Je moet geen appels met peren vergelijken.

1. geen onvergelijkbare dingen met elkaar vergelijken
2. geen verschillen tussen mensen benadrukken
3. geen problemen zoeken

7. Die nieuwe beveiliger is uit hetzelfde hout gesneden als Ivo.

1. heeft dezelfde vooropleiding
2. behoort tot hetzelfde ras
3. heeft dezelfde eigenschappen

8. Dat is een teer punt.

1. een smerig zaakje
2. een gevoelige zaak
3. een duistere/sombere zaak

A. Gilles de la Tourette

B. Hypchonder

9. Zij willen iemand de zwartepiet toespelen.

1. proberen een slecht product te leveren
2. proberen iemand erbij te betrekken
3. proberen iemand de schuld te geven

10. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen.

1. wat het belangrijkste is, moet voorrang hebben
2. voor iets wat moeilijk is, moet je hard werken
3. je moet niet om de waarheid heen draaien

1. Terugblik
2. Lesdoel
   
3. Goed Gebekt 1
4. Uitleg opdracht
   
5. Opdracht
   
6. Lesdoel behaald?
   
7. Tips & Tops
   
8. Volgende week 

Maak van Taak 1
Opdracht B & C
op pagina 6