Thema - Mijn dag - Week 1

• ANT2+
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Mijn dag

Voor je begint

Log in in DigLin+.

Kom terug in LessonUp.

• De links in deze les werken alleen als de cursist al is ingelogd in DigLin+.

• Als de cursist niet is ingelogd en een link gebruikt, wordt de inlogpagina van NT2school geopend en moet de cursist handmatig naar het betreffende onderdeel navigeren.
• Maak de onderdelen van de les waarin je niet bezig bent onzichtbaar in de presentatie.
• Alle leerdoelen zijn geformuleerd met als einddoel IBEX A2 in gedachten. 
  Er is visuele en auditieve ondersteuning aangebracht voor onvolledig gealfabetiseerde cursisten. In de lesorganisatie zul je als docent voor deze cursisten ook nog enige aanpassingen moeten doen, door het abstractieniveau aan te passen, de middelen aan te passen of vervangend werk aan te bieden (bijvoorbeeld door een deel van de les te werken in ABC)
• Laat cursisten die A2 echt voorbij zijn aan een extra doel werken, dat gerelateerd is aan het thema. Bijvoorbeeld op basis van een tekst uit lezen 6.

Ik kan vertellen wat ik in de ochtend, 

de middag en de avond doe.

Kijken, luisteren en vragen maken

Oefenen: woorden, lezen, schrijven

Spreken

Portfolio-opdracht: Mijn dag

Kijken en luisteren: klassikaal met interactieve quiz.

Je kunt eventueel het eerste deel van de video (Ron) in les 1 en het tweede deel (Ramona) in les 2 doen.

Voor meer uitdaging kun je (eventueel in een volgende les) aanvullende vragen stellen.
Bijvoorbeeld:
Ron krijgt een e-mail van de tandarts. Op ... om ... heeft hij een afspraak voor controle.
Kan hij dan? Wat moet hij doen?

De dag van ...

Ron

Kijken en luisteren

Hoe ziet de dag van een buschauffeur eruit?

De dag van ...

Ramona

Ik kan vertellen wat ik in de ochtend, 

de middag en de avond doe.

Oefenen: woorden, lezen, schrijven

18. Beroepen en werk

Hoe ziet de dag van een buschauffeur eruit?

2. Tellen (1, 2, 3, ...), de klok

De klok

Grammatica

• Werkwoorden
• Zinnen maken
• Zinnen maken - Ik ga vandaag. Vandaag ga ik.

Hier worden de meest voor de hand liggende suggesties gegeven.

Als cursisten extra of andere bronnen nodig hebben, moeten die vooral gezocht worden.

Ik kan vertellen wat ik in de ochtend, 

de middag en de avond doe.

Spreken

Spreekoefening 14G

Les 14 - De tijd

Bladzijde 182

Luister naar de audio.

Spreken

• Spreken - groeten

Taalpingpong

10. Dagelijks leven

1. Opstaan - blz. 77/78
2. Huishouden - blz. 78-80
3. Naar buiten - blz. 80/81
4. Thuis - blz. 82/83

Thema's

• Hoe laat is het?
• Wat doe jij vandaag?
• Een leuke afspraak maken
• De naaicursus

Hier worden de meest voor de hand liggende suggesties gegeven.

Als cursisten extra of andere bronnen nodig hebben, moeten die vooral gezocht worden.

Cursisten die zich aan het voorbereiden zijn op het IBEX zullen in ieder geval geregeld aan de slag moeten met de spreekoefeningen uit 'Inburgering A2'.

Ik kan vertellen wat ik in de ochtend, 

de middag en de avond doe.

Portfolio-opdracht: Mijn dag

Welke dag is het vandaag?

Wat doe jij altijd op deze dag?

Maak een bladzijde voor je portfolio.

Teken of schrijf minimaal 3 dingen over de ochtend, over de middag en over de avond.

Maak een voorbeeld en zet het in deze dia erbij.

Zorg voor blanco klokjes en tijdschriften/folders/foto's die cursisten kunnen gebruiken. Zeker de onvolledig gealfabetiseerde cursisten zullen baat hebben bij visueel werken. Aan de hand van de creatie kan gepraat worden, zonder voortdurend bezig te zijn met allerlei tekst ontcijferen.
Deze cursisten kunnen natuurlijk wel prima steekwoorden opschrijven.

Hoe gaat het?

• Ik maak goede zinnen als ik praat over mijn dag.
• Ik zeg de kloktijden goed als ik praat over mijn dag.
• Andere mensen kunnen mij goed verstaan.
• Ik weet de goede woorden als ik praat over mijn dag.
• Ik kan mijn verhaal logisch maken, bijvoorbeeld met 'eerst', 'dan', 'daarna'.
  
  
• Wat ga je thuis extra oefenen?

Zorg dat na deze evaluatieronde hele duidelijke afspraken worden gemaakt over wat en hoeveel er thuis geoefend gaat worden.

Geef cursisten die daar behoefte aan hebben eventueel een extra praktijkopdracht. Zie daarvoor bijvoorbeeld het NT2 cahier buitenschools leren.

Ik kan een e-mail lezen over een afspraak,
en een e-mail terug schrijven.

@

Kijken, luisteren en vragen maken

Oefenen: woorden, lezen, schrijven

E-mail lezen en beantwoorden

Portfolio-opdracht: Mijn dag (herhaling les 1)

0

Je bekijkt dezelfde video als in de eerste les.

Stel nu extra vragen.

Bijvoorbeeld:

Ron krijgt een e-mail van de tandarts. Hij heeft een afspraak op ... om ... Kan hij dan? Wat moet hij nu doen?

Ik kan een e-mail lezen over een afspraak,

en een e-mail terug schrijven.

Oefenen: woorden, lezen, schrijven

18. Beroepen en werk

Hoe ziet de dag van een buschauffeur eruit?

Lezen

Lezen 1

• De dag
• De club van Sam

Lezen 2

• Olaf
• Amal

Lezen 3

• Anja gaat naar haar werk

Lezen 4 - beroepen

Lezen 6

Grammatica

• Werkwoorden
• Zinnen maken
• Zinnen maken - Ik ga vandaag. Vandaag ga ik.
• Want en omdat
• Moeten, mogen, kunnen, willen

Ik kan een e-mail lezen over een afspraak,

en een e-mail terug schrijven.

E-mail: lezen en schrijven

Je hebt een broer.

Jullie houden allebei van voetbal.

Je krijgt een e-mail van je broer over een voetbalwedstrijd in de Amsterdam Arena.

Ga naar Gmail.

Lees de e-mail van je broer.

Schrijf een e-mail terug, gebruik de informatie op blz. 180 van het inburgeringsboek.

Schrijf de fictieve e-mail van de broer aan de hand van opdracht 14.E (blz. 180).

Stuur de e-mail naar de cursisten.

Aan cursisten die nog niet volledig gealfabetiseerd zijn, lees je de e-mail voor.

Zij bedenken wat ze terug willen schrijven, daarvoor hoeven ze de informatie op blz. 180 niet te gebruiken. Dat is te abstract.

Schrijf in eenvoudige woorden en zinnen op wat de cursist wil terug mailen en laat de cursist dat overtypen. Denk bij het schrijven van het voorbeeld aan de layout (witregels e.d.).

Herhaling les 1

Portfolio-opdracht: Mijn dag

Bekijk de bladzijde 'Mijn dag' in je portfolio.

Vertel over die dag.

Kijk naar de bladzijde van een klasgenoot.

Stel vragen over de dag van je klasgenoot.

Gebruik vraagwoorden.

Cursisten die het moeilijk vinden om actief in gesprek te raken kunnen gebruik maken van het wiel op deze dia.

Let op: het wiel kan niet voorgelezen worden en kan dus niet zelfstandig gebruikt worden door onvolledig gealfabetiseerde cursisten zonder de dynamiek van het gesprek aan te tasten.

Hoe gaat het?

• Ik maak goede zinnen als ik een e-mail schrijf.
• Ik schrijf een goede aanhef en afsluiting in mijn e-mail.
• Mijn spelling is goed.
• De ander kan mijn e-mail goed begrijpen.
• Ik schrijf alle belangrijke informatie in mijn e-mail. 
  
• Ik gebruik hoofdletters, punten en vraagtekens.
  
  
• Wat ga je thuis extra oefenen? 

Zorg dat na deze evaluatieronde hele duidelijke afspraken worden gemaakt over wat en hoeveel er thuis geoefend gaat worden.

Geef cursisten die daar behoefte aan hebben eventueel een extra praktijkopdracht. Zie daarvoor bijvoorbeeld het NT2 cahier buitenschools leren.

Cursisten die moeite hebben met de layout of niet goed begrijpen wat aanhef en afsluiting betekenen, kun je bijvoorbeeld extra laten oefenen met het lezen van mailtjes uit 'Lezen, hoe doe je dat?'

Ik kan een plan maken voor mijn werkdag.

Groepsgesprek: Hoe was de stage?

Mijn nieuwe woorden

Verslag

Mijn plan

01:55

Hoe laat begint de dienst van Ramona?

1. kwart voor 5
2. kwart over 5
3. kwart voor 6
4. kwart over 6

02:41

Wat doet Ramona op haar vrije middag?

03:11

Hoe laat is Ramona terug in Zeist?

1. 10:45
2. 11:15
3. 22:45
4. 23:15

02:27

Hoe laat heeft Ramona ongeveer pauze?

1. kwart over 9
2. 5 voor half 10
3. 5 over half 10
4. kwart voor 10

00:19

Hoe laat fietst Ron naar zijn werk?

1. om 10 voor 6
2. om 6 over 12
3. om 12 over 6
4. om 12 voor half 6

00:30

Hoeveel minuten van te voren komt Ron op zijn werk?

1. 10 minuten
2. 15 minuten
3. 20 minuten
4. 30 minuten

00:39

Wat doet Jan?

Zet de foto's in de goede volgorde.

dan

eerst

daarna

00:52

Hoe laat begint Ron met rijden?

1. half 6
2. half 7

01:43

Wat doet Jan?

Zet de foto's in de goede volgorde.

dan

eerst

daarna

tot slot

01:35

Hoe laat is Ron terug in Utrecht?

1. 9:30
2. 10:30

Ik kan een plan maken voor mijn werkdag.

Groepsgesprek: Hoe was de stage?

Optie 1:

Laat cursisten in 2-tallen praten aan de hand van het wiel. Daarbij moet je onvolledig gealfabetiseerde cursisten ondersteunen door voor te lezen.

Optie 2:

Draai steeds met weglating van de laatste vraag en praat als groep over de vragen tot het wiel leeg is.

Ik kan een plan maken voor mijn werkdag.

Mijn nieuwe woorden

Welke nieuwe woorden of zinnen heb je gehoord bij je stage?

Schrijf je nieuwe woorden en zinnen op je woordenlijst.

Oefen de nieuwe woorden en zinnen.

Tips voor het oefenen:

Cursisten kunnen hun eigen studieset aanmaken op www.quizlet.com

Hier vind je een instructie over het aanmaken van sets.

Cursisten die nog geen account hebben, kunnen een account aanmaken met hun eigen google-account.

Zorg dat cursisten hun woordenlijsten op een handige manier bewaren en altijd bij zich hebben.

Ik kan een plan maken voor mijn werkdag.

Verslag

Je hebt in de groep gepraat over je stage.

Je hebt geoefend met de nieuwe woorden.

Vertel nu heel precies over je stage aan een klasgenoot.

• Wat heb je precies gedaan?
• Wat ging goed?
• Wat vond je moeilijk?
• Wat wil je de volgende keer leren?

Cursisten onderzoeken in tweetallen wat de leervragen en actiepunten voor de volgende stagedag zijn.

Vinden cursisten het nog erg moeilijk om over hun stage te praten? Bekijk dan eens samen een filmpje van 'Bekijkjetoekomstnu' over verschillende stageplekken op Youtube.

Ik kan een plan maken voor mijn werkdag.

Mijn plan

Maak een plan.

Zet in je plan belangrijke tijden.

Zet in je plan wat je doet.

Zet in je plan met wie je contact hebt.

Zet in je plan wat je wilt vragen of zeggen.

Gebruik foto's.

Cursisten onderzoeken in tweetallen wat de leervragen en actiepunten voor de volgende stagedag zijn.

Wees er alert op dat cursisten niet te veel leervragen of actiepunten in hun plan zetten.

Hoe gaat het?

• Ik kan goed uitleggen wat ik doe op mijn stage.
• Ik kan uitleggen wat ik leer op mijn stage.
• Ik kan vertellen wat ik nog meer wil leren.
• Ik kan een plan maken voor mijn volgende stage.
• Ik kan vragen bedenken die ik wil stellen op mijn stage.
  
• Ik kan zelf oefenen met mijn nieuwe woorden.
   
  
• Wat ga je thuis extra oefenen? 

Zorg dat na deze evaluatieronde hele duidelijke afspraken worden gemaakt over wat en hoeveel er thuis geoefend gaat worden.

Geef cursisten die daar behoefte aan hebben eventueel een extra praktijkopdracht. Zie daarvoor bijvoorbeeld het NT2 cahier buitenschools leren.