H3.3 Het leven in Rome

Grieken en Romeinen




Geschiedenis - BK 1
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grieken en Romeinen




Geschiedenis - BK 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...weet je wat de Romeinen overnamen van de Grieken. (T1)
...kan je vertellen hoe het leven in de stad Rome was. (T1)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom namen de Romeinen
veel over van de Grieken?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Romeinse goden
De Romeinen vonden alles aan de Grieken geweldig, zo ook hun goden.
Deze namen ze van hen over, maar veranderden hun namen wel.
Jupiter, Romeinse oppergod.
Minerva, godin van de wijsheid.
Neptunus, de god van de zee.
Ceres, godin van de oogst.
Mars, de god van de oorlog.
Mercurius, god van de boodschappen.
Vulcan, god van het vuur en smeden.
Pluto, god van de onderwereld.
Vesta, godin van het haardvuur.
Apollo, god van de muziek.
Diana, godin van de jacht.
Venus, godin van de liefde/schoonheid.
Juno, godin van het huwelijk.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Romeinse goden
Elk huis had een eigen tempeltje (altaar) voor de huisgoden. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in.
De Romeinen gaven de Griekse god Zeus de naam ...
A
Pluto
B
Neptunes
C
Juno
D
Jupiter

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor god was Jupiter?
A
De god van de onderwereld
B
De oppergod
C
De god van de zee
D
De god van de liefde

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in.
De Romeinen gaven de Griekse god Poseidon de naam ...
A
Pluto
B
Neptunes
C
Juno
D
Jupiter

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor god was Neptunes?
A
De god van de onderwereld
B
De oppergod
C
De god van de zee
D
De god van de liefde

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in.
De Romeinen gaven de Griekse godin Hera de naam ...
A
Pluto
B
Neptunes
C
Juno
D
Jupiter

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor godin was Juno?
A
Ze was godin van het huwelijk en geboorte.
B
Ze was de oppergodin.
C
Ze was de godin van de jacht.
D
Ze was de godin van de liefde.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom stonden de tempels van Jupiter en Juno in het midden van de stad?
A
Omdat zij de belangrijkste goden waren.
B
Omdat zij de minst belangrijke goden waren.
C
Omdat zij Griekse goden waren.
D
Omdat de Romeinen niet konden kiezen.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Het oude Rome

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijk en arm 
Het verschil tussen rijke en arme Romeinse burgers was groot. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijke Romeinen
  • Wonen in een villa. (Hoe rijker hoe groter deze was.)
  • Slaven deden het werk. (Hoe rijker, hoe meer slaven je had.) 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruïne van een villa van een rijke Romein. Dit was ooit de binnenplaats. Het beeldje dat de bewoners lang geleden in de waterbak zetten, staat er nog.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo moet dezelfde villa er toen uitgezien hebben. De Romeinen versierden hun huizen met mooie, gekleurde afbeeldingen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijke Romeinen - de villa
  • Wonen in een villa. (Hoe rijker hoe groter deze was.)
  • Slaven deden het werk. (Hoe rijker, hoe meer slaven je had.) 
Een decoratieve regenbak.
Atrium. Dit is de eerste plek waar je binnenkomt.
Woonkamer
Eetkamer
Keuken
Slaapkamer
Slaapkamer
Hoofdtrap
Diensttrap
Eetkamer
Tuin
Huisaltaar
Winkel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Arme Romeinen
  • Woonde in een flat, een insula. (Deze waren tot wel vijf verdiepingen hoog!) 
  • Vrije Romeinen moesten hard werken om geld/eten te verdienen.
  • Niet vrije Romeinen waren slaaf van een rijkere Romein.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Arme Romeinen - de flat
  • Woonde in een flat. (Deze waren tot wel vijf verdiepingen hoog!) 
  • Vrije Romeinen moesten hard werken om geld/eten te verdienen.
  • Niet vrije Romeinen waren slaaf van een rijkere Romein.
Eetzaal
Keuken
Entree
Winkel voor potten.
Woning
Woning
Woning
Woning
Weverij (winkel)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul aan.
Een rijke Romein woonde in een...
A
Insula
B
Insult
C
Villa
D
Walhalla

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul aan.
Bij een rijke Romein deden alle ... het werk.
A
Vrouwen
B
Slaven
C
Huisgenoten
D
Ouders

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul aan.
Een arme Romein woonde in een...
A
Insula
B
Insult
C
Villa
D
Walhalla

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul aan.
Een arme Romein was zelf een ... of moest ... werken voor zijn geld.
A
vrouw / weinig
B
vrouw / hard
C
slaaf / weinig
D
slaaf / hard

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Drukte in Rome
Rome was een extreem drukke stad. Op haar hoogtepunt telde het zelfs één miljoen inwoners!

Slide 26 - Diapositive

Vertel dat in de hoogtijddagen van Rome er wel 1 miljoen mensen in de stad woonden. Hoe kwamen zij aan eten? 
1. Het meeste werd geïmporteerd. 
- vooral graan. Dat kwam uit Egypte en Noord-Afrika. 
- fruit dat overal vandaan kwam. 
- vlees dat eens per jaar werd binnengehaald.
- olijfolie dat overal vandaan kwam.
- wijn.
- vers water dat via de aquaducten werd aangevoerd.
Hoe kwamen de Romeinen in Rome aan schoon drinkwater?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

6

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:41
Waarom wilde Nero van zijn moeder af?
A
Omdat ze te lief was.
B
Omdat ze zich overal mee bemoeide.
C
Omdat ze te lui was.
D
Omdat ze Nero probeerde te vermoorden.

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:41
Op hoeveel manieren heeft Nero geprobeerd zijn moeder te vermoorden?
A
1 manier, was meteen gelukt.
B
2 manieren, ze was een hardnekkig mens.
C
3 manieren, ze wist steeds te ontsnappen.
D
4 manieren, Nero moest echt zijn best doen.

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:12
Waarom zou Nero dan toch ontkennen dat hij de brand heeft aangestoken?
A
Dat was goed voor zijn populariteit.
B
Dat was goed voor de mensen die er woonden.
C
Dat was slecht voor zijn populariteit.
D
Dat was slecht voor de mensen die er woonden.

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:46
Leg uit waarom de twee mensen kritiek hebben op Nero en later niet meer.

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

03:12
Wie heeft de brand aangestoken en waarom?
A
Nero, hij wilde op die plek een paleis bouwen.
B
Nero, hij wilde op die plek huizen bouwen.
C
Christenen, die wilden daar een kerk bouwen.
D
De brand is per ongeluk aangestoken.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:12
In welk jaar was deze grote brand van Rome?
A
44 v.Chr.
B
44 n.Chr.
C
64 v.Chr.
D
64 n.Chr.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Collosseum
Het grootste theater in Rome heette het Colosseum
  • Dubbel Grieks theater, dat niet uit de rotsen was gehakt.
  • Plek voor 50.000 mensen.
  • Gratis toegang voor iedereen. 
  • Gladiatoren waren slaven!!! Soms waren zij zo populair en hadden zoveel gevechten gewonnen dat ze 'vrij' waren. 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een grote verandering
De Romeinen namen dus veel over van de Grieken. Toch bedachten ze ook zelf dingen:
  • Beton > lichter dan steen en net zo sterk.
  • Bogen en koepels > gebouwen werden hierdoor versterkt.
Koepel van het Pantheon in Rome. Dit was een tempel voor alle goden. Het is een van de best bewaarde Romeinse gebouwen ter wereld. Het gebouw is nog steeds in gebruik als een katholieke kerk.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dingen hebben de Romeinen overgenomen van de Grieken?

Slide 41 - Question ouverte

De Romeinen namen over van de Grieken:
- de goden (gaven ze een andere naam)
- sociale systeem (hadden ook slaven, net zoals de Grieken)
- toneel en theaters (Colosseum)
Door welke uitvinding konden de Romeinen bogen en koepels bouwen?

Slide 42 - Question ouverte

Door de uitvinding van het beton.
Welke dingen zijn bedacht door de Romeinen?

Slide 43 - Question ouverte

Meerdere dingen te noemen:
- verharde wegen
- beroepsleger
- beton
- koepels en bogen
- aquaducten
- riolering
- flats
- vloerverwarming
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions