Week 2 Tekstdoelen en tekstsoorten

Nederlands


Tekstdoelen 
en 
tekstsoorten


TVC 't Woolde
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecondary Education

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands


Tekstdoelen 
en 
tekstsoorten


TVC 't Woolde

Slide 1 - Diapositive

Tekstdoelen en tekstsoorten
Aan het einde van deze les
- Weet je welk tekstdoel een tekst kan hebben:
amuseren-activeren-overtuigen-informeren-instrueren
              - Ken je het verschil tussen tekstdoel en tekstsoort
                     - Ben je in staat zelf het tekstdoel en de tekstsoort van enkele artikelen te bepalen


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is het doel van dit bord?
A
Overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Wat wil de spreker bereiken met dit stuk?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 6 - Quiz

Tekstdoelen?

  • Wat wil de schrijver bereiken?


Tekstsoorten?
  • Met wat voor soort tekst wil hij dit bereiken?

Slide 7 - Diapositive

Amuseren
- De schrijver wil de lezer vermaken met zijn tekst.
Hij doet dit met amuserende teksten

Slide 8 - Diapositive

Informeren
- De schrijver wil dat je iets te weten komt.
Er zijn verschillende informatieve tekstsoorten om de lezer te informeren:

Slide 9 - Diapositive

Instrueren/instructies geven
  • De schrijver zegt hoe je iets moet doen
  • Hij gebruik hiervoor instructieve tekstsoorten



Slide 10 - Diapositive

Activeren
  • De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen
  • Hij gebruikt hiervoor activerende teksten

Slide 11 - Diapositive

Overtuigen
  • De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening.
  • Hij gebruikt hiervoor 
overtuigende teksten.

Slide 12 - Diapositive

Alles op een rijtje:

Slide 13 - Diapositive

Opdracht

1. Hier liggen allerlei kranten en tijdschriften.

2. Verzamel  bij elk tekstdoel minimaal 1 tekst als voorbeeld. Knip uit en plak op A3 vel. Schrijf erbij wat het tekstdoel is

Amuseren-activeren-informeren-instrueren-overtuigen
      

Slide 14 - Diapositive