Herhalingsles 11,12,24 en 25

Les 11: Het schrijven van een informeel bericht
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Les 11: Het schrijven van een informeel bericht

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen formeel in informeel?

Slide 2 - Question ouverte

Informeel bericht

Slide 3 - Diapositive

Welke berichten zijn informeel?
A
Een e-mail aan een webshop met een klacht over een artikel dat je online gekocht hebt.
B
Een verjaardagskaart voor je oma.
C
Een uitnodiging aan een bekende schrijver om een presentatie te komen geven in de klas.
D
Een uitnodiging aan alle brugklassers voor het schoolfeest.

Slide 4 - Quiz

Bent u op de hoogte van de huidige situatie?
A
formeel
B
informeel

Slide 5 - Quiz

Tot later!
A
formeel
B
informeel

Slide 6 - Quiz

Lieve allemaal,
A
formeel
B
informeel

Slide 7 - Quiz

Les 12: Het schrijven van een zakelijke brief of e-mail

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat is de afsluiting van een zakelijk e-mail?
A
MVG
B
Met vriendelijke groet,
C
mvgr.,
D
Doei

Slide 15 - Quiz

Tussen iedere alinea staat een witregel
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Eerst de naam van de geadresseerde, dan mijn eigen naam
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Een zakelijke brief mag maar drie alinea's bevatten
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Volgorde zakelijke e-mail
e-mailadres
ontvanger
inleiding
onderwerp in adresbalk
aanhef
middenstuk
slot
afsluiting/
slotgroet

eigen naam

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Met welk leesteken laat je een opsomming zien binnen je verslag?
A
Met cijfers
B
Met streepjes of sterretjes
C
Met pijltjes
D
Met een uitroepteken

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

In de inleiding beschrijf je kort de inhoud.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Binnen je verslag gebruik je veel je mening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Wat schrijf je het slot van je tekst?
A
De inleiding
B
Een samenvatting
C
De conclusie
D
Argumenten

Slide 34 - Quiz

Mevrouw Van Vliet werkt bij de dierenambulance, 10 jaar geleden zat ze op dezelfde school als jij, je vindt haar baan interessant en wilt hier meer over weten voor de schoolkrant. Misschien vinden meerdere leerlingen deze baan wel leuk.
Je stuurt mevrouw Van Vliet een e-mail om te vragen of ze door jou geïnterviewd wil worden. Wat stuur je naar mevrouw van Vliet?
A
Een informeel bericht, want ze zat op dezelfde school als jij.
B
Een informeel bericht, want het is voor de schoolkrant.
C
Een formeel bericht, want het is een volwassen persoon.
D
Een formeel bericht, want je wilt een verzoek doen aan mevrouw van Vliet.

Slide 35 - Quiz

Wat is het belangrijkste om aan mevrouw Van Vliet te vragen?

Slide 36 - Question ouverte

Hoe sluit je de e-mail van mevrouw van Vliet netjes af?
A
Met vriendelijke groet, alvast bedankt
B
Ik ben benieuwd wat u van de school vond. Alvast bedankt.
C
Kunt u snel reageren? Alvast bedankt.
D
Ik hoor graag van u of u geïnterviewd wordt. Alvast bedankt.

Slide 37 - Quiz