13 sept
1 / 33
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Lien
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Een kompasroos met de letters N, W, Z en O kom je vaak op landkaarten tegen.
De letter N staat voor?
De letter N staat voor?
Slide 10 - Question ouverte
Een kompasroos met de letters N, W, Z en O kom je vaak op landkaarten tegen.
De letter W staat voor?
De letter W staat voor?
Slide 11 - Question ouverte
Een kompasroos met de letters N, W, Z en O kom je vaak op landkaarten tegen.
De letters ZW staan voor?
De letters ZW staan voor?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Het getal dat er bij koers Z op de kompasroos staat is
Slide 14 - Question ouverte
Het getal dat er bij koers west op de kompasroos staat is
Slide 15 - Question ouverte
Het getal dat er bij ZW op de kompasroos staat is
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Lien
A
Tara is born in France.
B
Tara speaks French.
Slide 24 - Quiz
A
Veronica gives moving to another country as an example
B
Veronica is really going to move to another country
Slide 25 - Quiz
A
The boy likes Japanese animations
B
The boy makes Japanese animations
Slide 26 - Quiz
A
The best way to learn a language is to study hard.
B
The best way to learn a language is te simply speak it.
