§8 Telwoord + herhalen §6

Hulpwerkwoorden
Let op: sommige werkwoorden hebben van zichzelf geen duidelijke betekenis: hebben, kunnen, mogen, moeten, willen, worden, zijn, zullen. Daarom 'helpen' deze woorden altijd een ander werkwoord. Dit is de reden dat we deze werkwoorden hulpwerkwoorden noemen.
 
Sommige opdrachten kunnen lastig zijn.
Vanavond zouden we pizza kunnen eten.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hulpwerkwoorden
Let op: sommige werkwoorden hebben van zichzelf geen duidelijke betekenis: hebben, kunnen, mogen, moeten, willen, worden, zijn, zullen. Daarom 'helpen' deze woorden altijd een ander werkwoord. Dit is de reden dat we deze werkwoorden hulpwerkwoorden noemen.
 
Sommige opdrachten kunnen lastig zijn.
Vanavond zouden we pizza kunnen eten.

Slide 1 - Diapositive

Koppelwerkwoorden
Koppelwerkwoorden koppelen altijd een eigenschap aan het onderwerp in de zin. Ze zijn onderdeel van het naamwoordelijk gezegde (het onderwerp van de zin is of wordt iets). 

We kennen de volgende koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.

Jullie presentatie is [heel grappig].
Olivia wordt [snel boos].
Bart blijft de hele dag op zijn kamer.

Slide 2 - Diapositive

Zelfstandige werkwoorden
Een werkwoord is een woord dat je kunt doen: fietsen, leren, werken, eten. Maar een werkwoord kan je ook overkomen: vallen, struikelen, krijgen.
Als we weten wat er wordt bedoeld met een bepaald werkwoord, dan noem je dat een zelfstandig werkwoord.

Slide 3 - Diapositive

Noteer de hww, zww, kww.
Menigeen zou het liefst voorgoed in Zuid-Frankrijk blijven wonen.

Slide 4 - Question ouverte

Noteer de hww, zww, kww.
Onze bevolking blijkt steeds minder godsdienstig te worden

Slide 5 - Question ouverte

Ik kan het zelfstandig, koppel- en hulpwerkwoord in een zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Sondage

Hoeveelste ben je geworden?

Wat is 'hoeveelste' voor telwoord?
A
Bepaalde hoofdtelwoorden
B
Onbepaalde hoofdtelwoorden
C
Bepaalde rangtelwoorden
D
Onbepaalde rangtelwoorden

Slide 7 - Quiz

Wat is een telwoord?
A
Een bijwoord dat een eigenschap van een werkwoord aanduidt.
B
Een voegwoord dat zinnen of zinsdelen met elkaar verbindt.
C
Een woord dat een aantal of rangorde aanduidt.
D
Een voorzetsel dat een relatie aangeeft tussen twee zinsdelen.

Slide 8 - Quiz

Telwoorden
  • Een telwoord geeft een hoeveelheid of een volgorde aan.
  • Er zijn twee soorten telwoorden:
  • Hoofdtelwoorden 
  • Rangtelwoorden

Slide 9 - Diapositive

Telwoorden
  • Bepaalde telwoorden:
  • Je weet precies hoeveel. 
  • één, twee, honderden, duizendste

  • Onbepaalde telwoorden:
  • Je weet niet precies hoeveel
  • enkele, vele, weinige, laatste

Slide 10 - Diapositive

Telwoorden
Bepaald
Onbepaald
Hoofdtelwoord
precies aantal

zeven, duizend

onduidelijk aantal

veel, alle, weinig
Rangtelwoord
precieze plek in rij

dertiende, miljoenste

onduidelijke volgorde

middelste, zoveelste

Slide 11 - Diapositive

Sommige mensen leren het nooit!

Wat voor soort telwoord is 'sommige'?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 12 - Quiz

Telwoord 'veel' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 13 - Quiz

Wat is geen telwoord?
A
zevenentwintig
B
niemand
C
vele
D
miljoenste

Slide 14 - Quiz

Wat voor soort telwoord staat er in deze zin:

Er zijn vier soorten telwoorden.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
bepaald rangtelwoord
C
onbepaald hoofdtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 15 - Quiz

Ik ken de hoofd- en rangtelwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage