T2_Les6_Prijs

T2_Les2_Product
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
MarketingSecundair onderwijs

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Introduction

Deze les gaat over de eerste P van de 4P's: Product Het gaat in assortiment - productlijnen - producten

Instructions

Start: 
  • waar zitten we in het marketingproces
  • wat zit er allemaal in de P van product en waar zijn we
Instructie met oefening
  • Assortiment
  • Productlijn: hoe (her)positioneren
  • Product: keuze uit productkenmerken (kwaliteit, functies, design), merken, verpakking, etikettering, ondersteunende diensten

Éléments de cette leçon

T2_Les2_Product

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe kan een bedrijf zijn prijs bepalen?

Slide 9 - Question ouverte

Activeer de voorkennis met een open vraag.
Indien je wil, kan je de timer ook verwijderen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Van welke vorm van prijszetting is sprake, als de prijs zo laag wordt gesteld dat potentiële concurrenten niet op de markt komen?

A
vraaggeoriënteerde prijszetting
B
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: premium pricing
C
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: putting-out pricing
D
kostengeoriënteerde prijszetting

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Boven de prijs van de marktleider gaan zitten. Van welke prijszetting is dit een voorbeeld?
A
vraaggeoriënteerde prijszetting
B
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: premium pricing
C
kostengeoriënteerde prijszetting
D
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: going-rate pricing

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Bij de vraaggeoriënteerde prijszetting wordt gekeken naar de
A
prijs die de koper voor het product wil geven
B
Prijs van de concurrent
C
Kosten van het product
D
Verwachte winstpercentage van het product

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Ikea verkoopt sommige producten altijd onder de inkoopprijs. Van welke prijszetting is dit een voorbeeld?

A
vraaggeoriënteerde prijszetting
B
kostengeoriënteerde prijszetting
C
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: putting-out pricing
D
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: going-rate pricing

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



7 - SUP hanteert voor het bezorgen van pakketten verschillende tarieven. Het bedrag hangt mede af van de omvang van het pakket en de af te leggen afstand.
Welke methode van prijszetting past SUP toe?
A
vraaggeoriënteerde prijszetting
B
kostengeoriënteerde prijszetting
C
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: putting-out pricing
D
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: going-rate pricing

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Tankstation Thomassen houdt de benzineprijs van de nabijgelegen concurrent nauwlettend in de gaten. Als deze concurrent de prijs verandert, gaat hij mee.
Welke prijszettingmethode  past het tankstation toe?

A
vraaggeoriënteerde prijszetting
B
kostengeoriënteerde prijszetting
C
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: putting-out pricing
D
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: going-rate pricing

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Loodgietersbedrijf Vlamings staat bekend om zijn goede kwaliteit. Om dit te benadrukken, hanteert Vlamings een relatief hoge prijs. Welke methode van prijszetting past Vlamings toe?

A
vraaggeoriënteerde prijszetting
B
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: premium pricing
C
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: putting-out pricing
D
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: going-rate pricing

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Pim Muller heeft een eenmanszaak. Hij baseert zijn verkoopprijs op de totaalsom van zijn constante en variabele kosten per stuk waarbij hij een winstmarge van 20% optelt. Welke methode van prijszetting gebruikt Pim? 
A
vraaggeoriënteerde prijszetting
B
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: premium pricing
C
kostengeoriënteerde prijszetting
D
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: going-rate pricing

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Een filmkaartje bij een filmhuis kost bijna evenveel als bij Pathé (geen marktleider). Van welke prijszetting is sprake?

A
vraaggeoriënteerde prijszetting
B
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: premium pricing
C
kostengeoriënteerde prijszetting
D
concurrentiegeoriënteerde prijszetting: going-rate pricing

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions