Content creatie 4

Creatief schrijven
Les 4
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Future MediaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Creatief schrijven
Les 4

Slide 1 - Diapositive

Planning van vandaag:
  • Huiswerk > Magister
  • Terugblik op de vorige les.
  • Theorie: als je een dik gedrukt woord ziet staan, neem je deze over in je schrift en schrijf je de betekenis erachter.
  • Schrijfoefening.
  • Huiswerk.

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
Wat betekenen deze woorden?
- Plot
- Protagonist
- Antagonist
- Conflict
- Plotvraag

Slide 3 - Diapositive

Vier elementen van een goed verhaal:
1. Protagonist                      (Hoofdpersoon, wil iets wil bereiken)
2. Antagonist                       (tegenspeler, bewust of onbewust)
3. Conflict                              (situatie die ontstaat door A. de P. tegenover elkaar)
4. Plotvraag                           (houdt de lezer nieuwsgierig: overleven ze het??)


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Vandaag: plotopbouw
Een goede structuur heeft een bepaalde volgorde.

Daarom gebruiken we vanaf nu in ons schrijfwerk:
De Aristotelische verhaalstructuur.

Slide 7 - Diapositive

Aristotelische verhaalstructuur
+- 350 voor Christus.

Filosoof en theatermaker:
"universele denker".

Bedacht een structuur voor het maken van theater/verhalen.

Slide 8 - Diapositive

Aristotelische verhaalstructuur
  • Expositie - kennismaking met de protagonist / waar en wanneer zijn we?
  • Motorisch moment - hierdoor komt het verhaal op gang ("het échte begin"), vaak komt de antagonist hier in beeld. Denk aan het CONFLICT uit de vorige les.
  • Ontwikkeling - alles in het verhaal dat leidt tot de climax. Mogen meerdere gebeurtenissen zijn, maar alleen wat nodig is!
  • Climax - het hoogtepunt van het verhaal, of "de belangrijkste gebeurtenis". Hier draait het allemaal om. 
  • Afwikkeling  - afloop direct na de climax, onbeantwoorde vragen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

expositie
motorisch 
moment
Ontwikkeling
climax
afwikkeling

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

The Lion King
Wat is de Aristotelische structuur in dit verhaal? Schrijf op!

Expositie....
Motorisch moment..
Ontwikkeling...
Climax....
Afwikkeling...
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Modern sprookje
Jullie gaan oefenen met schrijven volgens de Aristotelische verhaalstructuur door een eigen moderne versie te maken van een sprookje. 

Bijvoorbeeld: Hans en Grietje verdwalen niet in het bos, maar in de stad of in een winkelcentrum. En ze komen geen huisje van snoep tegen, maar een kermis of een motorbende. 

Slide 14 - Diapositive

Modern sprookje

  • Roodkapje
  • Assepoester
  • Sneeuwwitje
  • Hans en Grietje

Slide 15 - Diapositive

Modern sprookje
  1. Lees het sprookje. 
  2. Schrijf op in je schrift: wie is de protagonist, wie is de antagonist, wat is het conflict?
  3. Markeer in de tekst: hoe zijn de vijf onderdelen van de Aristotelische verhaalstructuur in het verhaal te verdelen? 
  4. Bepaal voor elk onderdeel welke moderne variant jij er van maakt. Bijvoorbeeld: "Roodkapje loopt met een mand door het bos" -- "Rosa loopt met een Albert Heijn tas op straat" etc.
  5. Schrijf je verhaal en denk hierbij aan alles wat je tot nu toe hebt geleerd! TIP: lees je aantekeningen nog een keer terug!
  6. Klaar? = verbeteren: let op woordkeuze ; spelling ; interpunctie ; spanning ; duidelijkheid.

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk
Type je geschreven sprookje uit en lever in via Teams. 
LET OP!! Uiterlijk vrijdag, zodat ik ze uit kan printen. Dit is heel belangrijk, anders kan je niet deelnemen aan de les.

Jullie gaan feedback geven op elkaars verhalen en een aantal van jullie gaan je verhaal voorlezen. 

Schrijf op in je agenda op vrijdag 2 oktober:
Uitgetypt sprookje vóór 15:30u inleveren in Teams.

Slide 17 - Diapositive