4. Quiz Huid en adnexen

Grote kennisquiz
 huidaxnexen/ functies huid en leefomstandigheden 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grote kennisquiz
 huidaxnexen/ functies huid en leefomstandigheden 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereid je voor !
Neem door blz. 100 t/m 138 van beautylevel 2 




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort NIET bij de lederhuid?
A
melanocyten
B
talgklieren
C
fibroblasten
D
zweetklieren

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke lagen bestaat de dermis?
A
basale membraan en stratum corneum
B
statum papillaire en stratum reticulaire
C
subcutis en stratum basale

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke laag wordt met de rode pijl aangeduid
A
De opperhuid
B
De lederhuid
C
De onderhuid

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de latijnse benaming voor de onderhuid?
A
Corium
B
Epidermis
C
Subcutis

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1
3
2
Epidermis
Dermis
Subcutis

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3
1
4
2
5
Stratum cylindricum
Stratum spinosum
Stratum granulosum
Stratum lucidum
Stratum corneum

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1
3
2
Melanocyt
Melanogeen
melanine

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huidbarrière
Zuurmantel
bestaat uit talg, zweet en stoffen die tijdens het verhoorningsproces ontstaan
Bevindt zich aan de oppervlakte van de huid
Houdt de huid soepel
houdt ziekteverwekkende bacteriën tegen door lage pH-waarde
houdt water en ziekteverwekkende stoffen tegen
bevindt zich in de opperhuid
bestaat uit huidvetten en verhoornde huidcellen
hydrofiel (vochtopnemend) en hygroscopisch (trekt vocht aan)
laat gassen en vetten door

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stratum
Papillaire
Stratum
Reticulaire
Onderste laag
Zweetklieren
Onder de epidermis
Bloedvoorziening bassalcellenlaag
Talgklieren
Geeft stevigheid en elasticiteit

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke prikkels neem je waar met de tastlichaampjes van Ruffini?
A
druk
B
kou
C
warmte
D
reuk

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zweetklieren zitten boven op je huid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fagocytose
Wondreparatie
vorming bindweefsel

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke laag wordt met de rode pijl aangeduid
A
De opperhuid
B
De lederhuid
C
De onderhuid

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies van de huid

Slide 16 - Carte mentale

Bescherming
Warmteregulatie
Ontvangen en doorgeven van prikkels
Aanmaak vit D
Opname en opslag van stoffen
Productie van weefselhormonen
“Hoe je huid er uit ziet, zegt ook iets over je gezondheid.”
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft de huid nodig om vitamine D aan te maken

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

transepidermale
resorptie
transfolliculaire
resorptie

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In je huid liggen zweetklieren. In welk deel van de huid liggen de zweetklieren?
A
Hoornlaag
B
Papillenlaag
C
Netlaag
D
Basaalcellenlaag

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ongeveer de PH van de huid?
A
rond 7
B
rond 2,5
C
rond 5,5
D
rond 6,3

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een donkere huid is vaak wat vetter dan een blanke huid. Hoe komt dit?
A
De donkere huid produceert meer zweet.
B
Een donkere huid heeft meer talgklieren.
C
Een donkere huid is dikker

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de zuurmantel van de huid?
A
Vettig laagje dat de huid beschermt tegen bacteriën
B
De opperhuid
C
Ander woord voor talg
D
Vettig laagje dat de huid uitdroogt

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke groeifase van de haren wordt ook wel de rustfase genoemd?
A
Anagene fase
B
Katagene fase
C
Telogene fase

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1
Haarschacht
2
3
6
4
5
7
Talgklier
Haarspier
Haarmerg
Haarpapil
Haarui
Bloedvat 

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen van de huid
Talg
bloedvat
Haar
Kiemlaag
Haarzakje
Haarspiertje
Hoornlaag
vetweefsel
Zweetklier
Talgklier

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurd er tijdens de telogene fase?
A
Stopt de haargroei
B
Groeit de haar heel hard
C
Valt de haar uit
D
Veranderd vellushaar in terminaal haar

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eccrien
Apocrien
Holocrien
Soepel houden van de huid
afvalstoffen afvoeren
tempratuur regelen

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerk van droge huid?
A
squama
B
urtica
C
nodus

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerk van een gestuwde huid?
A
Schilfering
B
Grove poriën structuur
C
Telangiectasieën
D
Lage huidspanning

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van onderstaande antwoorden zijn verschillen die zichtbaar zijn op de mannenhuid en minder vaak bij een vrouwenhuid voorkomen?
A
vaker acné littekens
B
meer comedonen
C
vaak een droge huid
D
hogere zuurgraad

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions