2a49

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

2a49

Aujourd'hui

Huiswerk nakijken

Passé composé hww être

Het bezittelijk voornaamwoord en Pouvoir

Quiz 

Vetaal

1. Wij zijn tijdens de westrijd gevallen.

2. Ik ben thuis gebleven.

3.Zij is op et station aangekomen.

4. Zij is naar Parijs teruggegaan.

5. U bent naar boven gegaan.

6. Zij is naar de olympische spelen gegaan.

7. Wij zij naar huis gegaan.

8. Ik ben naar binnen gegaan.

De vormen van het bezittelijk voornaamwoord

Let op klinkerbotsing en stomme h!

Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is EN begint met een klinker of stomme h, dan gebruik je mon, ton, son.

Julie est mon amie.

C'est mon histoire.

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'pouvoir' met het onderwerp

peux

peux

peut

pouvons

pouvez

peuvent

zijn

ons

jullie

hun

jouw

mijn

notre,notre,nos

leur, leur,leurs

mon,ma,mes

votre,votre,vos

ton,ta,tes

son,sa,ses

Voilà ... champion! (mijn)

1. mon
2. ton
3. mes
4. son

onze broers

1. votre frère
2. vos frères
3. notre frère
4. nos frères

haar feest

1. son fête
2. sa fête
3. ton fête
4. ta fête

mijn vriend

1. ton ami
2. ta ami
3. mon ami
4. ma ami

uw training

1. votre entraînement
2. notre entraînement
3. son entraînement
4. leur entraînement

... vacances

1. leur
2. leurs

faire du foot

faire du vélo

faire du patinage

faire du tennis

faire de l 'equitation

faire du skateboard

faire du shopping

jouer aux échecs

faire du basket

Wat is de bijnaam van het Franse voetbalelftal?

1. Les roses
2. Les oranges
3. Les bleus
4. Les blancs

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord (mon/ma/mes) wordt bepaald door:

1. Of de persoon een man, vrouw of meerdere personen zijn
2. Of het werkwoord m/v/mv is
3. Of het zelfstandig naamwoord m/v/mv is
4. Dat ligt aan de vertaling van het woord.

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (mijn) frère

1. mon
2. ma
3. son
4. sa

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (mijn) tante

1. ma
2. ta
3. mon
4. son

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'mijn'?

1. mon/ma/mes
2. ton/ta/tes
3. son/sa/ses
4. leur, leur, leurs

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor 'jouw'?

1. ton, ta,mes
2. mon, ma, mes
3. ton, ta, tes
4. ton, mon, tes

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'zijn/haar'?

1. mon/ma/mes
2. ton/ta/tes
3. son/sa/ses
4. notre, notre, nos

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'onze'?

1. notre, notre, nos
2. votre, votre, vos
3. son, sa, ses
4. leur, leur, leur

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'jullie, uw'?

1. mon, ma, mes
2. ton, ta, tes
3. leur, leur, leurs
4. votre, votre, vos

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'hun'?

1. mon, ma, mes
2. leur, leur, leurs
3. ton, ta, tes
4. votre, votre, vos

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles (mmv)

1. ton
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles (mmv)

1. leur
2. leurs

Maak exercice 16F,G en H

- Als je klaar bent leer apprendre 7.