8.3/4 Straling gebruiken en Bescherming tegen straling
1 / 27
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Als de halfwaardetijd verstreken is, is de hoeveelheid straling verdubbeld
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Halfwaardetijd
A
Een stof met een lange halfwaardetijd is zeer radioactief
B
De radioactiviteit van een stof halveert als de tijd verdubbelt
C
Een stof met een korte halfwaardetijd is ongevaarlijk
D
Radioactiviteit neemt af met de tijd
Slide 8 - Quiz
Wat wordt bedoeld met de halfwaardetijd van een radioactieve stof?
A
het aantal moleculen dat per seconde wordt kapotgemaakt
B
het aantal atoomkernen dat per seconde verandert
C
de tijd waarin de hoeveelheid straling wordt gehalveerd
D
de tijd waarin een radioactieve stof straling uitzendt
Slide 9 - Quiz
IJzer-55 heeft een halfwaardetijd van drie dagen.
Hoeveel radioactiviteit is er na zes dagen nog over?
Hoeveel radioactiviteit is er na zes dagen nog over?
A
de helft
B
een kwart
C
een achtste
D
niets meer
Slide 10 - Quiz
IJzer-55 heeft een halfwaardetijd van drie dagen.
Hoeveel radioactiviteit is er na negen dagen nog over?
Hoeveel radioactiviteit is er na negen dagen nog over?
A
50%
B
25%
C
33,3%
D
12,5%
Slide 11 - Quiz
Wat is geen vorm van straling?
A
uv-straling
B
zichtbaar licht
C
rs-straling
D
ir-straling
Slide 12 - Quiz
welke straling is het gevaarlijkst?
A
alfastraling
B
betastraling
C
gammastraling
Slide 13 - Quiz
Welk soort straling zal de meeste stralingsenergie hebben?
A
alpha
B
beta
C
gamma
D
allemaal hebben ze evenveel stralingsenergie
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Het massagetal van een atoom geeft het aantal ... in de kern van het atoom.
A
elektronen + neutronen
B
protonen
C
neutronen
D
protonen + neutronen
Slide 19 - Quiz
Moleculen bestaan uit atomen.
Welke antwoord is GEEN voorbeeld van een atoom.
Welke antwoord is GEEN voorbeeld van een atoom.
A
aluminium
B
goud
C
zuurstof
D
water
Slide 20 - Quiz
Een atoom heeft altijd evenveel elektronen als protonen. Een atoom is daarom een ... deeltje.
A
Geladen
B
Ongeladen
Slide 21 - Quiz
Welke straling is het gevaarlijkst?
A
alfastraling
B
betastraling
C
gammastraling
Slide 22 - Quiz
Welk soort straling zal de meeste stralingsenergie hebben?
A
alpha
B
beta
C
gamma
D
allemaal hebben ze evenveel stralingsenergie
Slide 23 - Quiz
Wie op een röntgenafdeling werkt, moet zich beschermen tegen straling.
Welk materiaal houdt röntgenstraling het beste tegen?
Welk materiaal houdt röntgenstraling het beste tegen?
A
aluminium
B
lood
C
lucht
D
water
Slide 24 - Quiz
Wat is een maatregel om jezelf te kunnen beschermen tegen straling?
A
De afstand vergroten tot de bron
B
De afstand verkleinen tot de bron
C
De blootstelling aan de bron vergroten
D
De bron niet afschermen
