Les 8. Revalidatie

Les 8. Revalidatie
Learnbeat 22.7: revalidatie 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Les 8. Revalidatie
Learnbeat 22.7: revalidatie 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je legt in eigen woorden uit wat het doel is van een revalidatietraject. 
  • Je benoemt voorbeelden van hulpmiddelen en aanpassingen die bij het revalideren gebruikt worden.
  • Je benoemt welke disciplines een bijdragen kunnen leveren bij het revalidatietraject.
  • Je legt uit wat het verschil is tussen revalideren, reactiveren of geriatrische revalidatiezorg.
  • Je benoemt de leerprincipes van de manier waarop mensen leren en zich nieuwe vaardigheden eigen maken.  



Slide 2 - Diapositive

Wat is revalidatie?

Slide 3 - Carte mentale

Geef drie voorbeelden van mensen op een revalidatieafdeling.

Slide 4 - Carte mentale

Beroerte, operatie aan een heup of knie, fracturen of letsels door een ongeluk, amputatie, aandoening aan de luchtwegen, aandoening aan het bewegingsapparaat.

Slide 5 - Diapositive

Beschrijf wat mensen opnieuw moeten leren op de revalidatieafdeling.

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Diapositive

Welke disciplines vind je in de revalidatie?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Welke hulpmiddelen
worden gebruikt
bij revalidatie?

Slide 11 - Carte mentale

  • Rolstoelen: Voor mobiliteit, zowel tijdelijk als permanent
  • Krukken en rollators: Voor ondersteuning bij het lopen
  • Hoog-laag bedden: Voor comfort en gemak bij het in- en uitstappen
  • Antidecubitusmatrassen: Om doorligwonden te voorkomen
  • Oefenapparatuur: Zoals loopbanden en hometrainers voor fysiotherapie
  • Orthesen en prothesen: Voor ondersteuning en vervanging van ledematen
  • ADL-hulpmiddelen (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen): Zoals grijpstokken en aangepaste bestekken om dagelijkse activiteiten te vergemakkelijken

Slide 12 - Diapositive

Je neemt zoveel mogelijk over
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Opdracht
30 min:

Werk voor jezelf de begrippen uit zoals je ook een GO zou aanvragen voor B1-K1-W3.

Zie eind opdracht werkpad 

Slide 15 - Diapositive

30 seconds
Spelregels
  • Van elk Team is er 1 teamlid die een kaartje pakt.
  • Dat lid van het team krijgt 30 sec. de tijd om enkele begrippen te omschrijven, dit kunnen er maximaal drie zijn per kaartje. Des te meer begrippen er juist geraden worden, des te verder komt jouw team op het bord.
  • Elk goed geraden begrip is 1 punt.
  • Heb je de finish gehaald, dat levert 3 extra punten op.
  • Ben je bij finish en zijn er nog kaartjes over, dan begin je dus opnieuw + 3extra punten.
  • Team met de meeste punten wint!

LET OP: Je mag de afkortingen niet volledig uitspreken, of woorden die op het kaartje staan. 

timer
0:30

Slide 16 - Diapositive