LLO + LPL 4.1 H2 Boekhouden

• Bedrijfsadministratie
• Middelbare school
• MBO
• Leerjaar 1
• Studiejaar 1

Allereerst ...

                                   Nieuwe (tijdelijke) docent:

                                    Roel Steenbeek

                45 jaar

                           Hurdegaryp

Wat is je ervaring met Bedrijfsadministratie?

H2 Balansmutaties

- Ga na www.lessonup.com

- Vul de volgende pincode in:

Inloggen met eigen voornaam.

Een rekenmachine gebruiken is gemakkelijk.

BEZIT

Activa (debet)                        BALANS per 1/1/22           Passiva (credit)

SCHULD

Eigen vermogen

Bank

Voorraad

5% hypothecaire lening

Eigen vermogen

Gebouw

Debiteuren

Crediteuren

Balansmutaties

Veranderingen van balansposten

1. Financieel feit verandert eigen vermogen (EV) niet
2. Financieel feit verandert eigen vermogen (EV) wel

Bij punt 2 heb je dan winst of verlies gemaakt
bv door verkopen van goederen of betalen van kosten

De balans moet in balans blijven

Een stijging van een balanspost heeft gevolgen

• Een balanspost aan dezelfde kant daalt
• Een balanspost aan de andere kant stijgt
• Een combinatie van dezelfde kant daalt en de andere kant stijgt kan ook voorkomen

Begrippen

Gekocht op rekening en ontvangen --> CREDITEUR (Schuld +)

Verkocht op rekening en afgeleverd ---> DEBITEUR (Bezit +)

Goederen bedoeld voor de verkoop --> VOORRAAD GOEDEREN 

Goederen niet bedoeld voor verkoop --> INVENTARIS

Financieel feit:

2/1/22 Ontvangen per kas van debiteur Caspar van de Reijt € 8.000.

Financieel feit:

5/1/22 Betaald per bank aan crediteur Henk Labee       € 5.000.

Financieel feit:

5/1/22 Betaald per bank aan crediteur Henk Labee       € 5.000.

Crediteuren zijn

1. Leveranciers aan wie je nog moet betalen
2. Klanten van wie je nog geld krijgt
3. Leveranciers die je altijd contant betaalt
4. Klanten die jou altijd contant betalen

Klanten die iets van jou gekocht hebben maar nog niet betaald hebben zijn:

1. crediteuren (schuld)
2. debiteuren (bezit)
3. crediteuren (bezit)
4. debiteuren (schuld)

Financieel feit:

6/1/22 Betaald aan reclamekosten via bank  € 4.000.

Financieel feit:

6/1/22 Betaald aan reclamekosten via bank  € 4.000.

LET OP: Dit gaat via EV, dus RESULTATENREKENING
In dit geval € 4.000 verlies (kosten)

Financieel feit:

8/1/22 Via de kas verkochte goederen € 18.000. 

De inkoopprijs van deze verkopen zijn € 10.000.

Financieel feit:

8/1/22 Via de kas verkochte goederen € 18.000. 

De inkoopprijs van deze verkopen zijn € 10.000.

LET OP: Dit gaat via EV, dus RESULTATENREKENING

In dit geval € 18.000 omzet (winst)

 en € 10.000 inkoopwaarde omzet (verlies) 

Zelf aan de slag

Hoofdstuk 2.4 uit het werkboek (blz 30 t/m 34: opdr. 1 t/m 7)

Tijd: ???

Vragen kunnen in Teams gesteld worden. 

Welke vraag wil je graag bespreken?

Hoe is het gegaan?

Ik ben klaar met de vragen. Ik snap de lesstof.

Ik ben klaar met de vragen. Ik vind de lesstof lastig.

Ik ben niet klaar met de vragen. Ik snap de lesstof.

Ik ben niet klaar met de vragen. Ik vind de lesstof lastig.

Welke tops / tips wil je meegeven voor volgende les?