- Je begrijpt wat de “I have a dream” toespraak inhoudt.
- Je kent de begrippen: Slavernij, discriminatie en rassenscheiding, je kan deze uitleggen.
- Je kunt kritisch nadenken over een zelfgekozen onderwerp en mogelijke oplossingen bedenken.
- Je kan ideeën bedenken om hun eigen dromen voor rechtvaardige samenleving uit te drukken.
- Je kan je ideeën en argumenten op een gestructureerde manier opschrijven
- Je luistert naar elkaars ideeën en stellen vragen om beter te begrijpen.
- Je kan overtuigend argumenteren waarom je deze problemen willen aanpakken en hoe je dit wilt doen.