Négation

  • Voca
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

  • Voca

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui...
  • Négation (ontkenning)
  • Zinnen

Slide 2 - Diapositive

5

Slide 3 - Vidéo

Négation (ontkenning)
In het Frans bestaat een ontkenning uit meerdere woorden:
  • ne ... pas = niet / geen

De ontkenning staat om de persoonsvorm. Dit is het eerste werkwoord in de zin. Ne staat ervoor en pas komt erachter.

Elle ne regarde pas la télé = Zij kijkt geen tv.


Slide 4 - Diapositive

Négation (ontkenning)
Als de persoonsvorm begint met een klinker (a, o, e, u, i, y) of een stomme h, verandert ne in n'.

Il n'est pas gentil = Hij is niet aardig.

Slide 5 - Diapositive

Négation (ontkenning)
Let op bij deze ontkenningen!
Leer ze uit je hoofd.
  • J'ai > je n'ai pas = ik heb niet / geen
  • C'est > ce n'est pas = het is niet / geen
  • Il y a > Il n'y a pas = er is niet / geen

Slide 6 - Diapositive

00:11
Uit welke 3 delen bestaat de ontkenning?

Slide 7 - Question ouverte

00:32
Maak de zin ontkennend:
Je parle beaucoup

Slide 8 - Question ouverte

00:48
Maak de zin ontkennend:
C'est difficile

Slide 9 - Question ouverte

01:04
Waar kan je de ontkenning in het Frans mee vergelijken?

Slide 10 - Question ouverte

01:28
Maak de zin ontkennend:
Il joue de la guitare

Slide 11 - Question ouverte

Staat de ontkenning goed in de zin?
Je ne pas suis français.
A
B

Slide 12 - Quiz

Staat de ontkenning goed in de zin?
le cochon ne voit pas le loup.
A
B

Slide 13 - Quiz

Staat de ontkenning goed in de zin?
Le cochon ne entends pas le loup.
A
B

Slide 14 - Quiz

Staat de ontkenning goed in de zin?
Il n'y a pas de soupe.
A
B

Slide 15 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Je fais une maison de paille.

Slide 16 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
Le petit cochon court.

Slide 17 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
Je crie maintenant!

Slide 18 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
Il y a beaucoup de soupe.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal:
Je ne sais pas...

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal:
Je fais une maison de bois.

Slide 21 - Question ouverte

Als je kijkt hoe goed je het verhaal nu snapt, wat ga je dan deze week aanpakken?

Slide 22 - Question ouverte