Woordenschat week 5

WOORDENSCHAT
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
WoordenschatBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WOORDENSCHAT

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent ophoesten?
betalen/opbrengen
klaar

Slide 2 - Sondage

Wat betekent de identiteit?
wat iemand voor werk doet
hoe iets of iemand is

Slide 3 - Sondage

Wat betekent het onderkomen?
iets waar je geen zin in hebt niet meer doen
iemand die goederen transporteert naar het buitenland

Slide 4 - Sondage

Wat betekent de expert?
iemand die ergens veel van weet
iemand die goederen transporteert naar het buitenland

Slide 5 - Sondage

Wat betekent de investering?
het gebruik van geld om een doel te bereiken
je zakgeld sparen

Slide 6 - Sondage

Wat betekent intensief?
als iets vaak en met veel aandacht gebeurt
een bepaalde manier van handelen

Slide 7 - Sondage

Wat betekent noodgedwongen?
dat het niet anders kan
dat er hulp gevraagd wordt

Slide 8 - Sondage

Wat betekent in zwaar weer verkeren?
door de storm moeten fietsen
moeilijke tijd hebben

Slide 9 - Sondage

Wat betekent uitsluiten?
denken dat iets onmogelijk is
denken dat je alles kan

Slide 10 - Sondage

Wat betekent gereed?
klaar
een soort gereedschap

Slide 11 - Sondage

Wat gaan we maken?
We maken vandaag de woordenschatles van week 5 online.


Slide 12 - Diapositive