Unit 3 KT 3.2.2025 review formative test & recap will & won't

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 3

Today: Unit 3 

Aan het eind van deze les:

- begrijp je wat er mis gaat bij een toets en hoe je dit kunt voorkomen

- Weet je hoe je 'will, won't & shall'  moet gebruiken 

 

TODAY: Unit 3

• Feedback formative test & common mistakes 
• Spelling  
• Refresh grammar: 
  will, won't & shall
• Versterk jezelf AllRight
  Unit 3.2 en 3.3

 

Feedback formative test

• Vocabulary
• Spelfouten: 0,5 punt aftrek per spelfout
• Opdrachten goed lezen! Grammatica: will, won't & shall
  +: Will
  -: Won't
  ?: Shall I, Shall we? Will they?, Will she/he it?

Spelling......

Vertaal:
Veel

1. Menny
2. Manny
3. Many

Vertaal:
Wij gaan

1. We gonna
2. We're gonna
3. We're going to
4. We are going to

Vertaal:
Misselijk

1. Naughties
2. Nausies
3. Nauseous
4. Nauzies

Vertaal:
Welke

1. Wich
2. Witch
3. Which

Vertaal:
ik

1. i
2. I
3. i en I zijn allebei goed

Een zin begint altijd met een.....

1. Hoofdletter
2. kleine letter
3. Allebei goed

Vertaal:
Waar

1. Were
2. Where
3. We're

Vertaal:
Jij bent

1. Your
2. Youre
3. You are
4. You're

Spelling Tips:

Woordtrainer (AllRight)
Op- en overschrijven!

Will, Won't and Shall

Lees de vragen goed!!! Gebruik: will, won't of shall

+ zin: WILL                                                            + hele ww (zonder to)

- zin: WON't! Altijd!                                           + hele ww (zonder to)

? zin: Bij I en We: SHALL    De rest: WILL  + hele ww (zonder to)

I ....... (to go) to school (+)

1. Will
2. Won't
3. Shall

We ................... on holiday (+)

1. Shall go
2. Will to go
3. Will go
4. Won't

Bij vragende zinnen gebruik je 'shall' bij

1. I
2. We
3. I & we
4. I, we, she, he, it, you, they

..... you (to help) me look for my book?

... I (to open) the door for you?

.... it (to rain) tommorrow?

He ................. (to fall) off his bike (-)

1. will fall
2. won't fall
3. will to fall
4. won't to fall

...............she (to go) home(?)

They .....................(to go) on holiday. (-)

He ... (to fall) off his bike! (+)

I have no idea, but I have a feeling that my team ... (to win) tomorrow's match. (+)

Marc ........ (to train) this week. (-)

... (it - to rain) this weekend?

It's 8.15! I ..... (to be) late for school! (+)

Aan het werk:

Ga naar AllRight:

Versterk jezelf

Test jezelf

Unit 3.2 en 3.3

3 KENHZ 4/2 2025

Today's Programme

• Herhalen grammatica
• Review opgave 4 en 5 Unit 3.5
• Test jezelf en versterk jezelf AllRight

Objectives:

• Na deze les ken je de betekenis van can, could, be able to en to be allowed to 
• Kun je deze woorden correct gebruiken
• Heb je de woorden en de grammatica van Unit 3.5 geleerd

Can, Could, Be able to, To be allowed to...

Wat betekenen ze ook al weer....?

3KENHZ

To be able to

Could

To be allowed to

Can

Toestemming hebben/mogen

Kunnen/mogen

Konden/zou kunnen

In staat zijn

Can you help me? No I .......

1. Could
2. Can't
3. Couldn't

I ................to go to that party when I'm 18 years old.

1. am allowed
2. am able to
3. Can't

You ................ to smoke in the restaurant. (-)

1. can't
2. are not allowed
3. are not able

Excuse me sir, ................. I use your phone please?

1. Can
2. Could
3. Can't
4. Allow

Review

Opdracht 4 en 5 Unit 3.5

Can, Could, be Able to, to be allowed to

Daarna:

Versterk jezelf Unit 3.5

Huiswerk: Unit 3.6: opdracht 2 en 3
Lees de teksten goed!