Thema 5: Basisstof 1

Het skelet van de mens
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het skelet van de mens

Slide 1 - Diapositive

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. Weet ik wat de functies zijn van een skelet.
  2. Weet ik wat het verschil is tussen een inwendig en uitwendig skelet. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Inwendig skelet


Het skelet zit aan de binnenkant van je huid

Slide 4 - Diapositive

Uitwendig skelet


Het skelet zit aan de buitenkant van je huid

Slide 5 - Diapositive

Je lichaam is verdeeld

HOOFD

Slide 6 - Diapositive

Je lichaam is verdeeld

ROMP

Slide 7 - Diapositive

Je lichaam is verdeeld

LEDEMATEN

Slide 8 - Diapositive

Je skelet
De mens > inwendig skelet
Meer dan 200 botten!!!

Schedel: bestaat uit beenderen
Wervelkolom: draagt je schedel
Borstkas: borstwervels, ribben, borstbeen
Schoudergordel: schouderbladeren en sleutelbeenderen
Bekken: heupbeenderen

Ezelsbruggetje:
Ellepijp > Pink
Spaakbeen > duim

Slide 9 - Diapositive

De wervelkolom
- Halswervels
- Borstwervels
- Lendenwervels
- Heiligbeen
- Staartbeen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

4 functies van het skelet

Stevigheid: anders zak je in elkaar

Bescherming: tere organen in je lichaam

Beweging: beenderen beweeglijk verbonden en spieren

Vorm: skelet geeft vorm aan je lichaam

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn de functies van het skelet?
A
Stevigheid en vorm
B
Stevigheid, vorm en bescherming
C
Stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
Stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 13 - Quiz

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel, ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen, armen en benen

Slide 14 - Quiz

Deze delen van het lichaam noemen we...........
A
Romp
B
Ledematen

Slide 15 - Quiz

De botten in je wervelkolom
heten...?
A
Wervelkolommen
B
Kraanbeenringen
C
Wervels
D
Uitstulpingen

Slide 16 - Quiz

Je wervels
zijn aangegeven met......
2
3
4
5
A
Nummer 2
B
Nummer 3
C
Nummer 4
D
Nummer 5

Slide 17 - Quiz