rupsen

Rupsen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rupsen

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het einde van de les weet je hoe een rups een vlinder wordt.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij al over rupsen?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe ontstaat een rups?
  • Vlindervrouwtjes leggen eitjes
  • Uit deze eitjes komt een rups
  • Dit kunnen mannetjes en vrouwtjes zijn
  • Een vrouwtjesvlinder legt zoveel                                                    mogelijk eitjes in haar leven
  • Een pas geboren rups heet een stadium

Slide 4 - Diapositive

Wat eten rupsen?
  • Een rups is een fytofaag
  • Eet voornamelijk bladeren
  • Ook bloemknoppen, vruchten of stof

Slide 5 - Diapositive

Hoe vaak vervellen rupsen?
A
1 of 2 keer
B
2 of 3 keer
C
3 of 4 keer
D
4 of 5 keer

Slide 6 - Quiz

Vervellen
  • Het vel van de rups kan niet groter worden
  • Daarom vervelt de rups
  •  Als ze 4 of 5 keer vervelt zijn gaan ze zich verpoppen
  • De rups wordt nu een pop

Slide 7 - Diapositive

Vlinder
  • Ongeveer drie weken tot rups een vlinder is 
  • De vlinder kruipt uit de pop
  • Vlinders leven van nectar, geen bladeren meer

Slide 8 - Diapositive

Bekende rupsen

Slide 9 - Diapositive

Welke soorten rupsen ken je?

Slide 10 - Question ouverte

Wintervlinder




Slide 11 - Diapositive

Plakker


Slide 12 - Diapositive

Eikenprocessierups 


Slide 13 - Diapositive

Kleine vos vlinder 


Slide 14 - Diapositive

Wat eten rupsen niet?
A
Bladeren
B
Vruchten
C
Stoof
D
Nectar

Slide 15 - Quiz

Hoelang duurt het tot een rups een vlinder is?
A
3 weken
B
2 dagen
C
2 weken
D
17 dagen

Slide 16 - Quiz

Hoe heet een pasgeboren rups?
A
Baby rups
B
Stadium
C
Rups
D
Vlinder

Slide 17 - Quiz

Hoeveel verschillende soorten rupsen zijn er in Nederland?
A
50
B
14
C
17
D
38

Slide 18 - Quiz

Hoeveel ogen heeft een rups?
A
2
B
8
C
12
D
16

Slide 19 - Quiz

Hoeveel drinkt een rups?
A
1 liter
B
5 liter
C
2 liter
D
Een paar druppels

Slide 20 - Quiz

Hoe heet deze vlinder?
A
Plakker
B
Wintervlinder
C
Kleine vos vlinder

Slide 21 - Quiz

Hoe heet deze vlinder?
A
Plakker
B
Wintervlinder
C
Kleine vos vlinder

Slide 22 - Quiz

Teken de andere helft van de vlinder

Slide 23 - Diapositive