inleiding - herhaling begrippen

Herhaling enkele begrippen
leerstof chemie tweede graad
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ChemieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling enkele begrippen
leerstof chemie tweede graad

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

"Zuivere lucht" is een...
A
mengsel van samengestelde stoffen
B
mengsel van enkelvoudige stoffen
C
mengsel van losse atomen
D
mengsel van enkelvoudige en samengestelde stoffen

Slide 3 - Quiz

"Zuiver water" is een...
A
mengsel van samengestelde stoffen
B
mengsel van enkelvoudige stoffen
C
een samengestelde stof
D
een mengsel van enkelvoudige en samengestelde stoffen

Slide 4 - Quiz

Waarom is water een samengestelde stof?
Waarom is water een samengestelde stof?

Slide 5 - Diapositive

De elektrolyse van water is een...
A
scheidingsproces waarbij water wordt omgezet in zijn samenstellende componenten.
B
ontledingsreactie waarbij enkelvoudige stoffen worden gevormd.
C
synthesereactie waarbij er elektrische stroom door water loopt.
D
chemische reactie waarbij waterdamp gevormd wordt.

Slide 6 - Quiz

Wanneer we een stukje magnesium verbranden...
A
treedt er een ontledingsreactie op.
B
treedt er een synthesereactie op.
C
treedt er een chemische reactie op waarbij een enkelvoudige stof wordt gevormd.
D
smelt het magnesiumlint.

Slide 7 - Quiz

Hoe kan je best de inhoud van het vat (zie figuur) omschrijven?
A
Dit vat bevat meerdere soorten samengestelde stoffen.
B
Dit vat bevat twee samengestelde stoffen en één enkelvoudige stof.
C
Dit vat bevat drie soorten enkelvoudige stoffen
D
Dit vat bevat een mengsel.

Slide 8 - Quiz

Wanneer een reageerbuis met kwikoxide verhit wordt, worden er druppels kwik en zuurstofgas gevormd. Welke uitspraak is correct?
A
Kwikoxide is een samengestelde stof en kwik en zuurstofgas zijn enkelvoudige stoffen.
B
Bij dit proces wordt kwikoxide gescheiden in de samengestelde componenten.
C
Dit proces is een synthesereactie.
D
Dit proces is een verbrandingsreactie.

Slide 9 - Quiz

Welke reactievergelijking is NIET correct?
A
reactie A
B
reactie B
C
reactie C
D
reactie D

Slide 10 - Quiz

Welke soort reactie is de reactie tussen zoutzuur en natriumhydroxide waarbij natriumchloride en water gevormd wordt?
A
een neerslagreactie
B
een neutralisatiereactie
C
een gasontwikkelingsreactie
D
een redoxreactie

Slide 11 - Quiz

Calciumdichloride is bij kamertemperatuur een vaste stof. Wat kan je uit de chemische formule afleiden?
A
De molecule bevat één calciumatoom en twee chlooratomen die covalent gebonden zijn.
B
De formule geeft de verhouding van het aantal calcium- en chloorionen in het rooster.
C
De formule zegt niets over de werkelijke samenstelling van de stof, maar geeft enkel de gebonden elementen weer.
D
De formule is niet correct, het moet CaCl zijn.

Slide 12 - Quiz

In de figuur wordt het element A door een blauw bolletje weergegeven, en het element B door een wit bolletje. Welke chemische formule komt het best overeen met de inhoud van de figuur?
A
12 A en 8 B
B
4 A; 3B en 2AB
C
diA en triA en diB en AB
D
2 diA, 2 triA, 3 diB en 2 AB

Slide 13 - Quiz

Hoeveel stofdeeltjes is
1 mol deeltjes?
A
6,02.1023
B
6,02.1023
C
1,66.1024
D
1,66.1024

Slide 14 - Quiz

Met welke formule kan je het aantal mol deeltjes van een bepaalde massa van een stof berekenen?
A
n=m.M
B
n=Mm
C
m=Mn
D
n=mM

Slide 15 - Quiz