7.2 Een land van polders

7.2 Een land van polders
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
aardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

7.2 Een land van polders

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Polder
Polder = Gebied met een kunstmatige waterstand omringd door dijken.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Veenpolder
Een veenpolder was vroeger een veenmoerras. De boeren maakte deze geschikt voor landbouw door het gebied te ontwateren. (sloten graven) Door de ontwatering zakte het land in. Het veen is massaal afgegraven. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Carte

Droogmakerij
De bekendste en jongste polders zijn droogmakerijen. Letterlijk hebben ze meren of stukken zee droog gemaakt. Eerst werd een dijk aangelegd en later werd het drooggemaakt. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Diapositive

Wat is een polder?

Slide 15 - Question ouverte

Welke drie soorten polders zijn juist?
A
zeepolder veenpolder waddenpolder
B
zoutzeepolder veenpolder droogmakerij
C
droogmakerij veenpolder zeepolder
D
veenpolder zoetzeepolder droogmakerij

Slide 16 - Quiz

Er zijn drie soorten polders in Nederland.

Zet de polders op de juiste volgorde, van hooggelegen naar laaggelegen.
Droogmakerij
Veenpolder
Zeepolder

Slide 17 - Question de remorquage

Wat is een juiste uitspraak over een droogmakerij?
A
Een droogmakerij was vroeger water.
B
Een droogmakerij is een ander woord voor polder.
C
Een polder was eerst een droogmakerij.

Slide 18 - Quiz


A
Sluis
B
Gemaal

Slide 19 - Quiz


A
Boezem
B
Kunstmatige afwatering
C
Gemaal

Slide 20 - Quiz

gemaal
drooglegging

Slide 21 - Diapositive

Bekijk het plaatje hiernaast. Welk rijtje is juist?
A
1 = gemaal, 2 = polder, 3 = zee, 4 = dijk
B
1 = zee, 2 = gemaal, 3 = dijk, 4 = polder
C
1 = dijk, 2 = polder, 3 = zee, 4 = gemaal
D
1 = polder, 2 = dijk, 3 = zee, 4 = gemaal

Slide 22 - Quiz

04 Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 23 - Quiz

Centrale vraag: Hoe gaat water in Nederland weg?
Maak onderscheid tussen Laag en Hoog Nederland.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Stuw
Water vast houden (hoog NL)

Sluis
Laag Nederland / ook bij zee

Slide 27 - Diapositive