Hypovolemische shock

Hypovolemische 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Module 3MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hypovolemische 

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
  1. Wat is het?
  2. De 3 fases
  3. De verschijnselen
  4.  Wat moet je wel en niet doen als hulpverlener
  5. Eerste hulp
  6. Professionele hulp inschakelen
  7.  Complicaties 
  8. Quiz 

Slide 2 - Diapositive

Wat is het? 
- Verminderend bloedvolume
- Inwendig en uitwendig

Slide 3 - Diapositive

De 3 fases 
- Compensatie fase
- De vroege decompensatie fase
- De late decompensatie fase

Slide 4 - Diapositive

Verschijnselen
angst, bewusteloosheid, blauwe lippen, neus en nagels, een bleke huidskleur, duizeligheid, koele en klamme huid, snelle ademhaling, rillingen, verminderde of afwezige urineproductie, klappertanden, verwardheid, verlies van bewustzijn en zweten (vochtige huid). 

Slide 5 - Diapositive

Wat moet je wel en niet doen als hulpverlener

- Ziekenhuis
- Bloedtransfusie
- Serum

Slide 6 - Diapositive

Eerste hulp
- Medische hulp bellen
- warm houden
- Wat je niet moet doen

Slide 7 - Diapositive

Professionele hulp inschakelen
- EHBO
- Ziekenhuis
- Benen omhoog
- Niet eten en drinken geven
- Bloedtransfusie

Slide 8 - Diapositive

Complicaties
- 3 voorbeelden

Slide 9 - Diapositive

Wat is een hypovolemische schock?
A
het heeft te maken met de huid
B
Obstructie in de bloedbaan
C
verminderend bloedvolume
D
veroorzaakt door vaatverwijding

Slide 10 - Quiz

Welke 3 fases zijn er?
A
De eerste fase, de tweede fase en de derde fase
B
De vroege decompensatie fase, de niet decompensatie fase, de late decompensatie fase
C
compensatie fase, de vroege compensatie fase, de late compensatie fase
D
Compensatie fase, de vroege decompensatie fase, de late decompensatie fase

Slide 11 - Quiz

Wat is een verschijnsel van een hypovolemische shock
A
epilepsie aanval
B
duizeligheid
C
klappertanden
D
moe

Slide 12 - Quiz

wat moet je niet doen als je zo'n shock krijgt?
A
Benen omhoog
B
Kussen onder het hoofd brengen
C
Kleedje voor de warmte

Slide 13 - Quiz

Een ander woord voor een late decompensatie fase
A
de terminale fase
B
de derde fase
C
de laatste fase

Slide 14 - Quiz