Les 11 - V5 - Hablar de las vacaciones + futuro

Los duos de hoy
Xavier y Sam
Teun y  Ties
Lena y Nicole
Gijs y Storm y Valentín
Fabienne y Stella

Sophie y Frederique
Isa y Eva
Bo y Noach
Fay y Nathan
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Los duos de hoy
Xavier y Sam
Teun y  Ties
Lena y Nicole
Gijs y Storm y Valentín
Fabienne y Stella

Sophie y Frederique
Isa y Eva
Bo y Noach
Fay y Nathan

Slide 1 - Diapositive

La clase de español de V5
Hablar con el futuro sobre tus planes para las vacaciones de verano

Slide 2 - Diapositive

1 - ¿Qué hiciste en las vacaciones de mayo?
2 - hiciste - ¿Qué tiempo del pasado es?
3 - ¿Qué es el infinitivo de ''hiciste''?
4 - ¿Por qué tienes que usar el indefinido en esta frase?

Slide 3 - Question ouverte

Los deberes para hoy

Slide 4 - Diapositive

¿Cuántos capítulos del libro leíste en las vacaciones de mayo?
Contesta en una frase con verbo.

Slide 5 - Carte mentale

Un quiz sobre los fantasmas de Goya

Slide 6 - Diapositive

Waar maakte Francisco de Goya schilderijen van? Noem 2 dingen

Slide 7 - Question ouverte

¿A qué sacerdote pintó Goya?
A
Padre Gregorio
B
Padre Lorenzo

Slide 8 - Quiz

¿Por qué fue Inés torturada y encarcelada?
A
Porque no le gustaba el pescado
B
Porque no quería comer cerdo
C
Porque no quería ser católica
D
Porque había matado a una persona

Slide 9 - Quiz

Waarom verliet Padre Lorenzo de kerk en vluchtte hij uit Spanje?
A
Omdat de Inquisitie hem ging straffen
B
Omdat hij mee wilde doen met de Franse Revolutie
C
Omdat hij verliefd was geworden op Inés
D
Omdat alle priesters jaloers waren op zijn schilderij.

Slide 10 - Quiz

¿Quiénes invadieron España en 1807?
A
Los ingleses
B
Los alemanes
C
Los franceses
D
Los portugeses

Slide 11 - Quiz

Waar beviel Inés van haar dochter?
A
Thuis
B
In het klooster
C
In het ziekenhuis
D
In de gevangenis

Slide 12 - Quiz

¿Por cuánto tiempo estuvo Inés en presión?
A
5 años
B
10 años
C
15 años
D
20 años

Slide 13 - Quiz

¿Por qué Inés fue liberada?
A
Porque Lorenzo estaba enamorado de ella
B
Porque tuvo una hija.
C
Porque estaba enferma
D
Porque era inocente

Slide 14 - Quiz

Welke handicap had Goya
A
Hij was blind.
B
Hij was verlamd
C
Hij was doof
D
Hij was gek,

Slide 15 - Quiz

Wat was er aan de hand van de familie van Inés toen ze vrij kwam?

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf een einde aan het verhaal in 10 zinnen in het Nederlands

Slide 17 - Question ouverte

Vacaciones en España - un vídeo
Escucha y contesta a las preguntas en holandés

1. Welke 3 dingen doen de Spanjaarden graag op het strand?
2. Wat zie je veel in Tarifa, Zuid Spanje?
3. ¿Adónde vas si quieres hacer vela?
4. ¿Adónde vas si quieres hacer surf?
5. ¿Qué puedes hacer en Las Islas Canarias?


Slide 18 - Diapositive

4

Slide 19 - Vidéo

Repaso del futuro y el condicional
Habla con tu compañero/a de clase sobre el futuro y el condicional:
Zorg dat je na jullie overleg weten 
- hoe je deze twee tijden naar het Nederlands moeten vertalen.
- wat de uitgangen zijn van beide tijden
 - wat de stam is van de onregelmatige werkwoorden van deze tijden
 - wanneer je deze twee tijden moet gebruiken (signaalwoorden???)

MAAK AANTEKENINGEN DIE JE KAN LEREN
timer
3:00

Slide 20 - Diapositive

Pensar en preguntas con el futuro y el condicional
Escribe ahora  2 preguntas con  el futuro para un compañero/a de clase sobre las vacaciones de VERANO de 2023
Y 2 preguntas con el condicional sobre el mismo tema.

timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Hacer 2 preguntas con el condicional
sobre las vacaciones de verano,
en dúos

timer
3:00

Slide 22 - Question ouverte

Escribe 4 preguntas con el futuro sobre las vacaciones de verano,
en dúos

timer
4:00

Slide 23 - Question ouverte

Traduce estas preguntas al español
  1. Heb je plannen voor de zomervakantie?
  2. Ga je op vakantie met je ouders of met je vrienden? (vertaal hier: zul je gaan)
  3. Waar gaan jullie naartoe? (Waar zullen jullie naar toe gaan)
  4. Hoe ga je reizen?
  5. Waar ga je verblijven? (alojarse)
  6. Waar zou je heel graag een keer op vakantie gaan?
  7. Wat zou je heel erg graag doen op vakantie?
  8. Wanneer ga je op vakantie? (zul je gaan)
  9. Wat ga je doen na de vakantie?
  10. Bedenk zelf nog een vraag en vertaal deze naar het Spaans.





















Slide 24 - Diapositive

Practicar a hablar sobre las vacaciones

Un juego en grupos de 4
o hacer citas rápidas
Puedes elegir
timer
10:00

Slide 25 - Diapositive

00:52
Noem 3 dingen die Spanjaarden doen op het strand (en español)

Slide 26 - Question ouverte

01:10
Wat zie je veel in Tarifa?
(Zuid Spanje - tegenover de Marokko)
A
Kitesurfes
B
Bergen
C
Dolfijnen
D
Vissen

Slide 27 - Quiz

01:37
1. ¿Adónde vas si quieres hacer vela?
2. ¿Adónde vas si quieres hacer surf?

Slide 28 - Question ouverte

01:54
Wat kun je op de Canarische eilanden goed doen?

Slide 29 - Question ouverte

Sé hablar sobre las vacaciones en el pasado y en el futuro

Slide 30 - Sondage

Sé usar bien el futuro y el condicional.

Slide 31 - Sondage

Los exámenes y las fechas
Miércoles, 24 de mayo: examen de gramática y vocabulario
Viernes, 26 de mayo: examen del libro (pta)
Semana 22: exámenes orales
Manda un chat en TEAMS a ZWT diciéndole con quien quieres hacer el examen oral

TP3: examen de textos

Slide 32 - Diapositive