Compounds

Welcome

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Welcome

Slide 1 - Diapositive

Compounds
(samenstellingen)
some
any
no
every
body
thing
one
where
compound

Slide 2 - Diapositive

Remember the difference between any and some

some
- Je gebruikt some in bevestigende zinnen.
- Ook gebruik je some in vragen als je iemand iets aanbiedt of het antwoord ja is. 
any:
- Je gebruikt any in ontkenningen (not) en in de meeste vragen (vaak waar meerdere mogelijkheden zijn).

Slide 3 - Diapositive

No gebruik je als kortere vorm van not any. De compounds van no (nothing, no one etc.) gebruik je vooral als je iets wil zeggen met extra nadruk.

Slide 4 - Diapositive

No
No gebruik je als kortere vorm van not any. Je kunt het niet gebruiken als er al not in de zin staat (dubbele ontkenning).

De compounds van no (nothing, no one etc.) gebruik je vooral als je iets wil zeggen met extra nadruk.

Slide 5 - Diapositive

When to use what?
body/one >personen
thing > dingen
where > plaatsen

Slide 6 - Diapositive

What is the difference between someone and somebody?

Someone is used for a more special person and somebody for a person in general.


Slide 7 - Diapositive

What means what?
Some/ any  > wat/ iets/ elke/ een paar
No > niks
Every > Alle

Slide 8 - Diapositive

Quiz time!
Quiz time!

Slide 9 - Diapositive

He didn't see .....one last night. He was home.

Slide 10 - Question ouverte

We would love for .....body to stand up and dance.

Slide 11 - Question ouverte

In Brasil you can buy a coffee .....

Slide 12 - Question ouverte

The police couldn't find the burglars. They were _______ to be found.

Slide 13 - Question ouverte

________ is at the door. Could you open it?

Slide 14 - Question ouverte

I think ________ should have the opportunity to practise a sport.

Slide 15 - Question ouverte