les 1 hoofdstuk 3 voorstelling beeldende vorming

voorstelling
Attribuut
Accessoire
Personage
Portret
Blikrichting
En Face
En profil
A trois-quart
Gebaar
Houding




Voorstelling
Wat zie je?

Op welke manier weergegeven?
Figuratief
Abstract
Geabstraheerd
Naar waarneming
Naar de fantasie
Realistisch 
Geidealiseerd
Surrealistisch
Geënsceneerd

Kleding
Landschap
Onderwerp
Symbool
Thema
Vereenvoudigd
Vertellend
Uitdrukking
Verhaal
Stilleven
Genre
Idealiseren
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

voorstelling
Attribuut
Accessoire
Personage
Portret
Blikrichting
En Face
En profil
A trois-quart
Gebaar
Houding




Voorstelling
Wat zie je?

Op welke manier weergegeven?
Figuratief
Abstract
Geabstraheerd
Naar waarneming
Naar de fantasie
Realistisch 
Geidealiseerd
Surrealistisch
Geënsceneerd

Kleding
Landschap
Onderwerp
Symbool
Thema
Vereenvoudigd
Vertellend
Uitdrukking
Verhaal
Stilleven
Genre
Idealiseren

Slide 1 - Diapositive

Voorstelling
• Waar gaat het over, wat zie je, wat is het verhaal?
• Alleen vertellen wat je echt kunt zien en horen
• Nog geen betekenis eraan geven.

wat zie je?
Stelt het iets voor?

Slide 2 - Diapositive

Voorstelling: Wat is er te zien op een schilderij? Wat geeft een sculptuur weer? Wat is er te zien op een object, zoals een servies of op een kledingstuk? Wat is er te zien en/of te horen in een installatie?

De voorstelling is een beschrijving van de ‘dingen’ die zijn weergegeven op het schilderij, in de
sculptuur of op het object. Bijvoorbeeld: een mens, een interieur, een landschap, (kleur)vlakken of een combinatie daarvan. 



Slide 3 - Diapositive


Aspecten van de voorstelling


Aspecten van de vormgeving
Dit stilleven verbeeld de sterfelijkheid van de mens
Door het clair obscure lichtgebruik wordt de dramatiek van het werk versterkt
Op dit schilderij staat onder andere een schedel en een glas afgebeeld
Het geheel is heel diagonaal geordend

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

geabstraheerd
gestileerd
abstract
realistisch

Slide 11 - Question de remorquage

figuratief
geabstraheerd
abstract

Slide 12 - Question de remorquage

Stelt het iets voor?
Dan is het ...
A
Gedetailleerd
B
Half- abstract
C
Figuratief
D
Abstract

Slide 13 - Quiz

Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip
Realistisch
Geabstraheerd

Slide 14 - Question de remorquage

Tekst
Tekst
kies uit de begrippen
Tekst
figuratief
Abstract
Naar de 
waarneming
Naar de 
fantasie
portret
Stilleven
landschap

Slide 15 - Question de remorquage

Tekst
figuratief
Abstract
Naar de 
waarneming
Naar de 
fantasie
portret
Stilleven
landschap

Slide 16 - Question de remorquage

In wat voor
stijl is het landschap geschilderd?

Slide 17 - Question ouverte

figuratief
Abstract
Naar de 
waarneming
Naar de 
fantasie
portret
Stilleven
landschap

Slide 18 - Question de remorquage

Een stilleven is
A
Hoop dingen bij elkaar
B
Voorwerpen in een groep
C
Een verzameling levenloze voorwerpen
D
Een rommelige tafel

Slide 19 - Quiz

Symbool: Een attribuut dat een bepaald idee voorstelt.

Slide 20 - Diapositive

Symbolen voor vergankelijkheid

Slide 21 - Carte mentale

historiestuk
mytholgische voorstelling
religieuze voorstelling

Slide 22 - Question de remorquage

historiestuk
genrestuk 
(dagelijks leven)
vanitasstilleven
mythologische voorstelling

Slide 23 - Question de remorquage

en profil 
en face  
a trois quart

Slide 24 - Question de remorquage

realistisch
geidealiseerd

Slide 25 - Question de remorquage

Wat is hier aan de hand?
Surrealisme

Slide 26 - Diapositive

een attribuut is een..........?

Slide 27 - Question ouverte

clichebeeld
status

Slide 28 - Diapositive

Detail
stofuitdrukking
clichébeeld

Slide 29 - Question de remorquage

aureool
mandorla

Slide 30 - Question de remorquage

Christus, Maria, heiligen of bijbelse taferelen die strenge kopieervoorschriften hebben waar niet van af geweken mag worden.
ICOON
betekenis: gelijkenis

Slide 31 - Diapositive


Dit zijn spotprenten. 
-Hoe noem je dit ook wel?
-Ben je het eens met het gebruik van spotprenten? 
-Leg je antwoord/mening uit.

Slide 32 - Question ouverte


Zet op volgorde.
(Welk antwoord past het beste? )
1
2
3
A
1 =figuratief, 2=geometrisch, 3=expressief
B
1 =figuratief, 2=Abstract, 3=geabstraheerd
C
1 =figuratief, 2=geabstraheerd, 3=abstract

Slide 33 - Quiz

Vormgeving
Aspecten
  • Vorm
  • Kleur
  • Licht
  • Ruimte 
  • Compositie
Vorm — Een beeldend kunstwerk kan ruimtelijk zijn (beeldhouwwerk, installatie) of plat (schilde- rij, foto). In beide gevallen is het kunstwerk onder meer samengesteld uit vormen. De vormen kunnen figuratief zijn of volledig abstract. Als vormsoorten onderscheiden we geometrisch (wiskundige vormen) organisch (vloeiende vormen die doen denken aan de natuur) en gestileerd (sterk ver- eenvoudigde, geabstraheerde, maar nog steeds herkenbare vormen). 


Kleur — We onderscheiden verschillende soorten
kleuren. De primaire kleuren zijn geel, rood en
blauw. Als je twee primaire kleuren mengt, krijg
je de secundaire kleuren oranje, paars en groen.
Primaire en secundaire kleuren noem je zuivere
kleuren. Als je alle drie primaire kleuren mengt,
krijg je minder zuivere kleuren. Kleurcontrasten
zijn tegenstellingen tussen kleuren. Deze con-
trasten vallen op en werken als blikvanger. Het
contrast van kleuren die in de kleurencirkel recht
tegenover elkaar staan, noem je een complementair
contrast: blauw – oranje, rood – groen en geel –
paars. Kleuren waarin de component blauw overheerst zijn koude kleuren, overheerst rood of geel,
dan spreek je van warme kleuren. Als koude kleuren
tegenover warme kleuren zijn geplaatst, heet dit
een warm-koud contrast. Zwart en wit zijn geen
kleuren, maar kunnen wel een rol spelen bij het
lichter en donkerder maken van kleuren. Het
contrast tussen lichte en donkere kleuren  noem je licht-donker contrast
Licht — Een ruimtelijk werk ziet er anders uit
bij veranderende lichtval. Dat merk je zeker als
het werk buiten staat. In tweedimensionaal werk,
zoals een foto, schilderij of tekening, kan sprake
zijn van het weergeven van licht en schaduw.
Eigenschaduw is schaduw die je ziet op de niet-
belichte kant van een object. Eigenschaduw
verhoogt de plasticiteit. Slagschaduw is de
schaduw van een object op een ondergrond of
ander object. Sterke contrasten tussen licht en
donker in een tweedimensionaal werk noem je clair-obscur
Ruimte — Driedimensionale kunstwerken nemen
letterlijk ruimte in. Je kunt er omheen lopen en
het werk analyseren in relatie tot zijn omgeving.
Een sokkel is vaak bedoeld om wat meer afstand
tussen object en omgeving te bewerkstelligen.
In een tweedimensionaal werk kan hooguit sprake
zijn van ruimtesuggestie. Er zijn verschillende
manieren om in tweedimensionale kunstwerken
ruimtelijkheid te suggereren:
Kleurperspectief — wat dichtbij is heeft fellere,
zuiverder, kleuren dan wat ver weg is.
Lijnperspectief — een wiskundig onderbouwde
techniek om diepte te suggereren door lijnen die
naar een verdwijnpunt toelopen en voorwerpen
die naar de horizon toe verkleind worden.
Groot-klein — de voorwerpen of onderwerpen
op de voorgrond worden groter afgebeeld dan
voorwerpen die verder weg staan.
Overlapping— het ene voorwerp staat voor,
en overlapt, het andere voorwerp.
Eigenschaduw — verhoogt de plasticiteit
van objecten.
Afsnijding — de voorstelling lijkt door te lopen
buiten de rand van de afbeelding. Hierdoor
ontstaat de suggestie dat er meer ruimt is dan afgebeeld
A
B
C
Voorstelling
waar gaat het over/inhoud

/verhaal/thema/boodschap of concept
Betekenis
Wat is het idee, doel, inhoud, invloed
  • Voor de kunstenaar
  • Voor jou
  • Voor het publiek toen
  • Voor het publiek nu
  • Cultureel
  • Historisch
  • Maatschappelijk
  • Economisch 
  • Religieus
Compositie — De ordening van alle vormgevings-
aspecten in een kunstwerk heet compositie. In
beperktere zin betekent het woord ook vlak-
verdeling. Er zijn verschillende termen om
deze vlakverdeling te benoemen. De driehoeks-
compositie en symmetrische compositie staan
voor evenwicht, de asymmetrische en diagonaal-
compositie zijn dynamisch. Bij een overall-
compositie is er geen specifiek punt in het beeld-
vlak waar alle aandacht naartoe trekt. In ruimere
zin is compositie de wijze waarop de kunstenaar
aandacht van de kijker stuurt. Niet alleen vlak-
verdeling, maar ook blikrichtingen, gebaren en
perspectief kunnen daaraan een bijdrage leveren.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive





Betekenis 'vervreemdend'
Je hebt gezocht op het woord: vervreemdend.
ver·vreem·den (vervreemdde, heeft, is vervreemd)


  1. vreemd maken aan: hij heeft zijn vrienden van zich vervreemd
  2. vreemd worden aan: van zijn vaderland vervreemden

Slide 36 - Diapositive

Bij de vormgeving kijk je naar de ...
A
Materialen
B
Voorstelling
C
Beeldaspecten
D
Technieken

Slide 37 - Quiz


Een hart is een symbool voor de liefde.
-Noem een aspect van de voorstelling waardoor 'Hart' (RECHTS) niet meer helemaal voldoet aan zijn functie als liefdessymbool.
-Noem ook HET vormgevingsaspect waardoor dit komt.

A
Voorstelling: Het hart rechts is 3D Vormgeving: het hart is blauw en dat klopt niet
B
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht. Vormgeving: Het hart rechts is meer 3D dan het hart links.
C
Voorstelling: Het hart links is glad en het hart rechts niet. Vormgeving: Het hart behoort niet 3D te zijn.
D
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht. Vormgeving: Het hart rechts is niet rood en rood is de symboolkleur voor liefde.

Slide 38 - Quiz

lijn

Slide 39 - Diapositive

Las meninas
Diego Velasquez
Op dit schilderij is veel te zien; toch heeft Velasquez ervoor gezorgd dat vooral het prinsesje Margarita opvalt.
 

Slide 40 - Diapositive

VORMGEVING
VOORSTELLING
Zij kijkt de beschouwer aan.

Zij staat op de voorgrond
Zij is ten voeten uit geschilderd.

Zij staat op de verticale middenas van het schilderij/bijna in het midden
Ze wordt niet overlapt door andere figuren
Ze wordt omringd door hofdames/-personeel, of: de figuren hebben hun blik gericht
op het prinsesje, of: de houding van de figuren is gewend naar het prinsesje.

ze vormt een licht/donkercontrast
met de rest van het schilderij.

Slide 41 - Question de remorquage

Las meninas
Diego Velasquez
Op dit schilderij is veel te zien; toch heeft Velasquez ervoor gezorgd dat vooral het prinsesje Margarita opvalt.
• Noem drie manieren waarop hij ervoor gezorgd heeft dat het prinsesje opvalt. 

Slide 42 - Diapositive

Op dit schilderij is veel te zien; toch heeft Velasquez ervoor gezorgd dat vooral het
prinsesje Margarita opvalt.
• Noem drie manieren waarop hij ervoor gezorgd heeft dat het prinsesje opvalt.

timer
1:00

Slide 43 - Question ouverte

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

De VOORSTELLING Deze twee afbeeldingen vertonen veel overeenkomsten. Geef hiervan drie voorbeelden.
BEGIN JE ZIN MET: "Op beide afbeeldingen....."

Slide 47 - Question ouverte

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Diapositive

De VORMGEVING. Deze twee afbeeldingen vertonen veel overeenkomsten. Geef hiervan drie voorbeelden.
BEGIN JE ZIN METBEGIN MET HET BEELDASPECT
Beeldaspect: uitleg (kleur: beide afbeeldingen)
Vorm
Licht
Ordening
Ruimte
Kleur
Techniek

Slide 50 - Question ouverte

Slide 51 - Diapositive

Slide 52 - Diapositive

De voorstellingen lijken wel wat op elkaar. Maar duidelijk is dat Picasso het prinsesje van Velasquez niet zomaar heeft gekopieerd: hij heeft een heel eigen vormgeving gekozen. Leg aan de hand van drie aspecten van de vormgeving uit dat Picasso heel anders heeft gewerkt dan Velasquez.

Slide 53 - Question ouverte


"Gestroomlijnd vormgegeven".
Leg in je eigen woorden uit wat dit betekent.

Slide 54 - Question ouverte