Herhaling hoofdstuk 2

Goedemiddag 2F


Op tafel:
-Laptop (ga naar de lessonup)
Vandaag:
-Lesdoel
-Quiz
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goedemiddag 2F


Op tafel:
-Laptop (ga naar de lessonup)
Vandaag:
-Lesdoel
-Quiz

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan benoemen wat ik al helemaal snap uit hoofdstuk 2

Slide 2 - Diapositive

Quiz
Je krijgt meerkeuze vragen over hoofdstuk 2.
Per dia heb je 15 seconde om de formule/tabel/grafiek te bekijken, daarna volgt de vraag.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Het begin getal van de formule is....
A
Afstand in km
B
192
C
32
D
Tijd in uren

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

De lijn die bij deze grafiek hoort gaat....
A
Omhoog
B
Omlaag

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Je wilt berekenen hoe ver Elze nog moet schaatsen na 3 uur.
Dit bereken je met de som:
A
192 - 32 x tijd in uren
B
192 - 3 x tijd in uren
C
192 x 3 - 32
D
192 - 32 x 3

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Om een tabel goed in te vullen moet je....
A
Ieder getal bij tijd in uren invullen in de formule en het antwoord eronder zetten
B
Onder ieder getal tijd in uren hetzelfde antwoord hebben staan
C
alleen bij het eerste en het laatste getal een antwoord hebben staan
D
Doorgaan tot er 0 uitkomt bij afstand in km

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Na hoeveel uur heeft Elze haar hele tocht erop zitten?
A
2 uur
B
4 uur
C
6 uur
D
8 uur

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Hoe kun je in een grafiek zien wanneer twee formules hetzelfde antwoord hebben?
A
Dan liggen ze het verst van elkaar af
B
Dan snijden ze elkaar
C
Dan staan ze loodrecht op elkaar
D
Dat kun je altijd zien bij de verticale as

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Na hoeveel uur hebben ze een even hoge bloem?
A
na 0 uur
B
na 5 uur
C
na 10 uur
D
na 12 uur

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Hoe hoog zijn de bloemen als ze even groot zijn?
A
4,5 cm
B
7,5 cm
C
15,5 cm
D
20 cm

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

De formule die bij deze grafiek hoort is:
A
Inhoud vijver = 2000 + 1000 x tijd in uren
B
Inhoud in L = 2000 + 5000 x tijd in uren
C
Inhoud in L = 2000 + 500 x tijd in uren
D
Inhoud vijver = 2000 + 4000 x tijd in uren

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Wat is het startgetal van deze grafiek?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is het hellingsgetal van deze grafiek? Laat je berekening zien.

Slide 25 - Question ouverte

Maak een woordformule bij de grafiek. Gebruik de woorden winst en tijd.

Slide 26 - Question ouverte

Wat voor een soort formule hoort er bij deze tabel?

Slide 27 - Question ouverte

Wat is het hellingsgetal van deze tabel? Laat je berekening zien.

Slide 28 - Question ouverte

Wat is het startgetal van deze tabel? Laat je berekening zien.

Slide 29 - Question ouverte

Maak een woordformule bij de tabel. Gebruik de woorden aantal uren en prijs in euro´s.

Slide 30 - Question ouverte

Teken de grafiek bij de tabel in je schrift. Maak een foto en voeg deze hier toe.

Slide 31 - Question ouverte

Wat moet er voor het =-teken staan?
A
VLIEGTUIG
B
hoogte in m
C
tijd in minuten
D
400

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Wat is het begingetal van de formule?
A
100
B
50
C
200
D
400

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Met welke som berekenen we het daalgetal?
A
stappen omlaag : stappen naar rechts
B
Stappen omhoog : stappen naar rechts
C
Stappen omlaag : 10
D
Stappen omlaag : 6

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive

Welke som geeft de goede berekening weer
A
50 : 1 = 50
B
100 : 2 = 50
C
300 : 5 = 60
D
350 : 6 = 58,333333

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive