MODTH les 4 Rug

Les 2 de rug
Module theorie 
Module lichaamsmassage
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Les 2 de rug
Module theorie 
Module lichaamsmassage

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
wervelkolom en borstkas

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
- De student kent de vorm van wervel
-weet hoe wervelkolom eruit ziet en wat goede houding is
- weet hoe de ribbenkast eruit ziet

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wervelkolom

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen wervels

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wervelkolom
De ribben, de wervels en het borstbeen beschermen het hart en
de longen. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wervel
Een wervel bestaat uit: 
  • Doornuitsteeksel
  • Twee dwarsuitsteeksels (spieren en banden aan verbonden)
  • Wervellichaam (voorzijde)
  • Wervelboog (achterzijde)
  • Wervelgat (opening tussen wervellichaam en de wervelboog)
  • Vier gewrichtsvlakken (contactpunten met de wervel erboven en de wervel eronder)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichaamshouding

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk type wervels kom je vergroeiingen tegen tussen de wervels?
A
Bij borstwervels en lendenwervels
B
Bij lendenwervels en het staartbeen
C
Bij het heiligbeen en het staartbeen
D
Bij lendenwervels en het heiligbeen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een wervel bestaat uit een wervellichaam, wervelboog en uitsteeksels?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoeveel wervels bestaat de wervel kolom?
A
30
B
32
C
31
D
33

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de bovenste wervels in de wervelkolom?
A
borstwervels
B
lendenwervels
C
halswervels
D
heiligbeen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Romp
De romp bestaat uit de borstkas en de wervelkolom.
Borstkast bestaat uit:
  • het borstbeen
  • twaalf borstwervels
  • twaalf paar ribben.


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Borstbeen
  • Plat beenstuk
  • bestaat uit 3 delen: 
  1. Handvat
  2. Lichaam
  3. Zwaardvormig aanhangsel

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ware en valse ribben
  • 7 bovenste paren zijn ware ribben, zijn met glasachtig kraakbeen verbonden met het borstbeen.
  • 5 onderste paren zijn de valse ribben, deze zijn niet direct verbonden met het borstbeen. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ribben
De ribben, de wervels en het borstbeen beschermen het hart en de longen. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle botten in je lichaam
Bescherming hersenen
Botten in wervelkolom
Zitten tussen je wervels
De ribben zitten voor vast aan ...
Vormen samen je borstkas
Wervels

Skelet
Borstbeen, ribben en wervels
Tussenwervelschijven
Schedelbeenderen
Borstbeen

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierbevestiging en spierbewegingen 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je over spieren?

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oorsprong van een spier?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de aanhechting van een spier?
A
Begin
B
Buik
C
Einde

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierbevestiging
Een skeletspier heeft altijd een:

  • Oorsprong / spierhoofd = origo

  • Aanhechting = Insertio 



Slide 24 - Diapositive

Het begin van een spier noem je de spieroorsprong of origo. Deze zit vaak aan een bot dat je niet kunt bewegen. Het einde van een spier noem je de spieraanhechting of insertio. Deze zit aan een meer beweeglijk bot. Een spier is vaak weinig tot niet beweeglijk op de plek van de oorsprong en aanhechting. Deze plaatsen bestaan namelijk uit vast bindweefsel: de pezen.
Spierbevestiging
De oorsprong ligt proximaal.

De aanhechting ligt distaal.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VERLOOP EN WERKING VAN EEN SPIER
  • Verloop van oorsprong naar aanhechting

  • Werking van aanhechting naar oorsprong

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierbevestiging
Bevestiging aan lichaam:
- Pees 
- Peesblad 
- Peesschede 


Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pees
- Verbindt spier met bot.
- Kan niet samentrekken.
- Bestaat uit collagene bindweefselvezels.
- Peesschede ligt om de pees heen; is een soort bindweefselkoker.



Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Peesblad
Brede platte pees

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Termen spierbeweging
abduceren                                                 endoroteren
adduceren                                                 exoroteren
flexeren              
extenseren           
proneren
supineren

Slide 30 - Diapositive

Je gaat uit van het centrum van het lichaam. 
Abduceren en adduceren
Abduceren = van je af bewegen (Duits woord voor af)

Adduceren = naar je toe bewegen

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extensie en flexie
Extensie = strekken
Flexie = buigen

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proneren en supineren
Proneren:
Handpalm naar beneden draaien

Supineren:
Handpalm naar boven draaien
Ezelsbruggetje: soepje eten 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Endorotatie en exorotatie
Rotatie = draaien

Endo = naar binnen

Exo = naar buiten

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht

MODTH les 4 
Online opdracht Spieren
timer
10:00

Slide 35 - Diapositive

https://wordwall.net/play/22937/890/954

Spieren leren
Bij het leren:
- oorsprong (verloop) 
- aanhechting (werking)


Onderstreep in je boek 

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg rugspieren

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Monnikskapspier
- Hoofd-halsdeel
- Ruggedeelte
- Schoudergedeelte

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofd-hals gedeelte
Oorsprong:
- Achterhoofdsbeen
- Bovenste halswervels
Aanhechting:
- Sleutelbeen

Werking:
Schouderbladen naar binnen en omhoog



Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoudergedeelte
Oorsprong:
- Onderste halswervels
- Bovenste borstwervels
Aanhechting:
- Schouderbladkam
- Schoudertop
Werking:
- Schouderblad naar binnen en omhoog



Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruggedeelte
Oorsprong:
- Onderste borstwervels

Aanhechting:
- Schouderbladkam

Werking:
- Schouderbladen omlaag



Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brede rugspier
Oorsprong:
- Onderste vier ribben en borstwervels
- Lendenpeesblad
- Darmbeenkam

Aanhechting:
- Opperarmbeenknobbel

Werking:
- Arm naar achteren en  naar lichaam brengen
- Vormt achterzijde okselwand




Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruggenstrekkers
Oorsprong:
- heiligbeen
- bekkenrand

Aanhechting:
- alle wervels en ribben

Werking:
- stabiliseert de romp
- strekt, buigt zijwaarts lichaam
- draait de wervelkolom

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht

MODTH les 4 
Word opdracht Rugspieren
timer
15:00

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Trainer rugspieren snelcode 26113 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Ga naar opdrachten in Teams.

MODTH Les 4 opdracht 
Forms rugspieren
timer
10:00

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel van de les vond jij het meest leerzaam?

Slide 47 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wil je volgende herhalen?
Wervels
Spierbewegingen
Spierbevestiging
Rugspieren

Slide 48 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
Schouders

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw wervelkolom
  • Zeven halswervels: verbonden door gewrichten en tussenwervelschijven. Verbindingen zijn beweeglijk en worden verstevigd door ligamenten. 1e halswervel: Atlas, 2e halswervel: draaier.
  • Twaalf rug of borstwervels: verbonden door gewrichten en tussenwervelschijven. Verbindingen zijn beweeglijk en worden verstevigd door ligamenten. Ook verbonden met ribben daarom onderdeel van wervelkolom en borstkas.
  • Vijf lendenwervels: verbonden door gewrichten en tussenwervelschijven. Verbindingen zijn beweeglijk en worden verstevigd door ligamenten
  • Vijf heiligbeenwervels: Met elkaar vergroeid, niet beweeglijk met elkaar verbonden.
  • Vier staartbeenwervels:  Met elkaar vergroeid, niet beweeglijk met elkaar verbonden. Vormen samen het staartbeen, waar veel zenuwuiteinden in zitten. Sommige mensen hebben 4 wervels anderen drie.

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bizonbult: de zevende halswervel heeft een groter doornuitsteeksel. Als vet zich hierom heen vastzet ontstaat er een bult in de nek. Bij massages en behandelingen is het belangrijk om hier aandacht aan te besteden. Door massage kan de doorbloeding worden verbeterd

Wervelkanaal: de wervels liggen allemaal boven elkaar. Hierdoor vormen de wervelgaten een kanaal. Hier lopen zenuwen naar de bekkengordel en onderste extremiteit. Kanaal eindigt bij de laatste heiligbeenwervel.

Atlas: Bovenste wervel, draagt het hoofd. Zorgt ervoor dat we Ja knikken.
Draaier: tweede halswervel.  Zorgt samen met de atlas voor het nee schudden.

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions