1. algemeen: voorbereiding, samenwerking, presentatie (20)
2. repeteren: focus, actief bezig, gebruik van tijd, herhalen van scène (20)
3. scène: begin en einde van scène (10)
4. scène: 5 w's zijn duidelijk voor publiek (10)
5. scène: concentratie tijdens presentatie (10)
6. scène: verstaanbaarheid, groepsgericht (10)
7. scène: uitwerking, dynamiek, creativiteit (20)
Ga ervoor als groepje en zorg dat je een positieve bijdrage hebt!