Werken les 8
1 / 22
La durée de la leçon est: 90 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Hoe noem je iemand die bij de
overheid werkt?
overheid werkt?
A
advocaat
B
ambtenaar
C
secretaris
Slide 6 - Quiz
Wat hoort bij de overheid?
A
Hema
B
politie
Slide 7 - Quiz
Wat hoort bij de overheid
A
NPO
B
Netflix
Slide 8 - Quiz
Wat hoort bij de overheid?
A
Rabobank
B
Belastingdienst
Slide 9 - Quiz
Wie werkt er voor
de overheid?
medewerker gemeente?
de overheid?
medewerker gemeente?
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Wie werkt er voor
de overheid?
militair?
de overheid?
militair?
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Wie werkt er voor
de overheid?
boer?
de overheid?
boer?
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Wie werkt er voor
de overheid?
pakketbezorger?
de overheid?
pakketbezorger?
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
In een cv staan jouw gegevens: werkervaring, opleidingen en vaardigheden.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Nick werkt vier dagen per week
als bezorger. Is hij een
werknemer of een werkgever?
als bezorger. Is hij een
werknemer of een werkgever?
A
werknemer
B
werkgever
Slide 15 - Quiz
Wat is een vacature?
A
Een extra beloning voor het
personeel.
B
Een brief waarin je schrijft dat je een baan zoekt.
C
Een baan waar mensen voor
gezocht worden.
Slide 16 - Quiz
Laatste vraag
Wat is een arbeidscontract?
Wat is een arbeidscontract?
A
De afspraken tussen jou en de werkgever.
B
De afspraken tussen jou en je ouders.
C
De afspraken tussen jou en je collega’s.
