Leestekens: punt, uitroepteken, vraagteken & 2

Welkom:

Leg al je spullen ook op de tafel.
Open je boek op bladzijde 214
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom:

Leg al je spullen ook op de tafel.
Open je boek op bladzijde 214

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen:
*boekpresentatie
*Wat weet ik nog van hoofdletter
* Lesdoel nieuw
* Instructie
*Zelfstandig werken
* Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

boekenpitch
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even herhalen
Wat weten we ook alweer over hoofdletters?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe schrijf je het onderstreepte juist?
De zaak wordt besproken met het openbaar ministerie
A
openbaar Ministerie
B
openbaar Ministerie
C
Openbaar Ministerie
D
Het Openbaar Ministerie

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletters...................
Hoofdletters gebruik je:
- aan het begin van elke zin: Mijn moeder fietst naar haar werk.
-bij namen: Noah, de Waal, Spanje, Rotterdam
- bij woorden die van namen afgeleid zijn: Engelse drop, de Maximaschool

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel paragraaf 2
Leestekens: punt, uitroepteken, vraagteken
Aan het eind van deze les kun je:
- punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.
- weet je dat deze tekens bij de leestekens horen.
-weet je dat je nooit 2 leestekens achter elkaar gebruikt.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

(leesteken) Punten .
Punten gebruik je na een gewone zin.
Zij komt met de tram naar school.
Mijn trainer kan vandaag geen training geven.
De film was erg saai.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(leesteken) Vraagteken ?
Vraagtekens gebruik je na een vraag.
Ken jij die muziekband?
Weet je hoe laat we beginnen?
Welke tram moet ik nemen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(leesteken) Uitroepteken !
Uitroeptekens gebruik je om een zin extra nadruk te geven.
Ik doe mee!
Ik zei stop daarmee!
Het is echt heel mooi!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk leesteken hoort in de zin?
Wat doe je nu
A
!
B
niks
C
.
D
?

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk leesteken hoort in de zin?
Martien luistert echt niet
A
!
B
?
C
.
D
niks

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk leesteken hoort in de zin?
Ik ga vanmiddag met mijn zus naar de film
A
niks
B
!
C
.
D
?

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk leesteken hoort in de zin?
Ik wil dat je nu luistert
A
!
B
?
C
niks
D
.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mag je 2 leestekens achter elkaar gebruiken?
A
nee
B
ja

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk:
Bladzijde 216.
Opdracht 1 gezamenlijk.
Huiswerk opdracht 2, 3 en 4.

Slide 17 - Diapositive

Wie kan er zelfstandig aan de slag en wie nog niet?
Wat heb ik geleerd?
Ik weet wat leestekens zijn,
ik weet wanneer ik leestekens gebruik en 
ik weet hoe ik leestekens moet gebruiken.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar horen uitroeptekens, punten, vraagtekens bij?
A
tekens
B
leestekens
C
tekens om een zin mooier te maken
D
nergens

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions