persoonlijke brief les 2/3/4

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Schrijven 

* Persoonlijke brief


Slide 2 - Diapositive

Wat is een juiste aanhef voor een persoonlijke brief?
A
Geachte mijnheer of mevrouw,
B
lieve oma en opa.
C
Hallo tante Yvonne,
D
Beste heer De Vries,

Slide 3 - Quiz

Wat is informeel taalgebruik?

A
Hey, beetje leuke vakantie gehad?
B
Kun je meedelen hoe de reis is verlopen?
C
Heeft u genoten van de vakantie?
D
Hebben jullie interessante uitstapjes gedaan?

Slide 4 - Quiz

Hoe schrijf je een adres ?

Slide 5 - Diapositive

Schrijven 

Hoe schrijven we een juiste adressering?

voornaam en achternaam
straat en huisnummer
postcode woonplaats
Schrijf jouw in adres op deze manier in je schrift

Slide 6 - Diapositive

Hoe schrijf je een adres ?
Yvonne de Wit
Patrijsstraat 13
2181 GH  Leiden


Slide 7 - Diapositive

Schrijven 

formuleren en afwisselen


Slide 8 - Diapositive

We gaan in april op vakantie.
Kun jij deze zin anders formuleren?
*zinsvolgorde
*zin langer of korter maken
*synoniem kiezen voor 1 woord

Slide 9 - Diapositive

Schrijven 

Slide 10 - Diapositive

Schrijfplan 


Stap 1: Je hebt al bedacht aan wie je schrijft
Stap 2: 5W-vragen en H-vraag, uitleg over deze stap!
Stap 3: Schrijf je brief m.b.v. je aantekeningen


Stap 4: nakijken en herschrijven

Slide 11 - Diapositive

Heb je je doelen behaald voor het schrijven van een persoonlijke brief? :

*Ik kan een aanhef en afsluiting goed schrijven
*Ik gebruik witregels op de goede plaatsen in de brief
*Ik varieer in mijn zinnen en woordgebruik
*Ik heb nu informele taal gebruikt

Slide 12 - Diapositive

Morgen:
Je schrijft de brief in het net.
Je beoordeelt elkaars brief 
We sturen de brieven op!

Dank voor jullie inzet!

Slide 13 - Diapositive

Controleer jezelf 
1. plaats en datum bovenaan
2. goede aanhef
3. onderaan juiste afsluiting
4. witregels correct
5. persoonlijke inhoud
6. informeel taalgebruik 
7. korte en lange zinnen afgewisseld
8. volgorde van de zinnen afgewisseld
9. synoniemen gebruikt

Slide 14 - Diapositive