V 1 unité 5-Het bijvoeglijk naamwoord -écouter

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 85 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

timer
1:00
Welke bijvoeglijke naamwoorden weet je nog van de vorige les

Slide 6 - Carte mentale

0

Slide 7 - Vidéo

Een bijvoeglijk naamwoord....
A
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
B
zegt iets over een werkwoord

Slide 8 - Quiz

Als een bijvoeglijk naamwoord iets zegt over een zelfstandig naamwoord dat vrouwelijk is, welke uitgang krijgt het bijvoeglijk naamwoord dan?
A
-
B
e
C
s
D
es

Slide 9 - Quiz

Als een bijvoeglijk naamwoord iets zegt over een zelfstandig naamwoord dat mannelijk is, welke uitgang krijgt het bijvoeglijk naamwoord dan?
A
-
B
e
C
s
D
es

Slide 10 - Quiz

Het bijv.n.w Joli(e/s/es) komt altijd voor het zelfs.n.w te staan
A
Vrai
B
Faux

Slide 11 - Quiz

Vrouwelijke bijv.n.m
Mannelijke bijv.n.m
Bleue
Bleu
Verts
Verte
Grand
Grandes
Interessante
Sportifs
Petites
Joli
Nouvelle
Vieux

Slide 12 - Question de remorquage

Komen vóór het zelfstandig naamwoord
Komen achter het zelfstandig naamwoord
Bleue
Bleu
Verts
Verte
Grand
Grandes
Interessante
Sportifs
Petites
Joli
Nouvelle
Vieux

Slide 13 - Question de remorquage

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Les filles sont petit.
B
Les filles sont petites.
C
Les filles sont petits.
D
Les filles sont petite.

Slide 14 - Quiz

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord ?
A
beau
B
petit
C
qui
D
cher

Slide 15 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
La maison est beau.
B
La maison est belles.
C
La maison est belle.
D
La maison est beaux.

Slide 16 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
La plage est beau.
B
La plage est beaux.
C
La plage est belle.
D
La plage est belles.

Slide 17 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Les filles sont petit.
B
Les filles sont petite.
C
Les filles sont petits.
D
Les filles sont petites.

Slide 18 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Le lit est grand.
B
Le lit est grande.
C
Le lit est grands.
D
Le lit est grandes.

Slide 19 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Les fleurs (v) sont gris
B
Les fleurs sont grise
C
Les fleurs sont grises

Slide 20 - Quiz

Noem tenminste twee bijv.n.w waarvan de vrouwelijke vorm anders is dan bij mannelijke vorm

Slide 21 - Question ouverte


Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte

Louis porte un jean__________
A
bleu
B
bleue

Slide 24 - Quiz

Ma sœur aime la robe
__________
A
noir
B
noire

Slide 25 - Quiz

Ma sœur aime la robe
__________
A
noir
B
noire

Slide 26 - Quiz

Mes frères sont
__________
A
sportif
B
sportifs

Slide 27 - Quiz

Nous avons une prof
__________
A
strict
B
stricte

Slide 28 - Quiz

Tu achètes un sac-à-dos ________(wit)

Slide 29 - Question ouverte

Ton frére est ________(aardig)

Slide 30 - Question ouverte

Alexendre choisis un _________ teeshirt (m). (Nieuw)

Slide 31 - Question ouverte

Mes cousines _________ sont très sympa! (Franse)

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Clémence en Romain....
A
Zitten achter de computer
B
Zijn aan het winkelen

Slide 35 - Quiz

Romain heeft een_____________nodig.
A
Broek en Jasje
B
Spijkerbroek en trui

Slide 36 - Quiz

Uiteindelijk koopt Romain________ kleding.
A
wel
B
geen

Slide 37 - Quiz

Op internet 
In de winkel
Op de markt
Aurelie
Ousmane 

Slide 38 - Question de remorquage

Romain zoekt kleren voor het feest van Fatima.
A
Vrai
B
Faux

Slide 39 - Quiz

Romain koopt vaak kleding online.
A
Vrai
B
Faux

Slide 40 - Quiz

Hij zoekt een zwarte broek in maat 38.
A
Vrai
B
Faux

Slide 41 - Quiz

Waarom wil Romain geen ''veste à fleurs''?

Slide 42 - Question ouverte

De broek kost_______ euro.
A
45,90
B
49,90

Slide 43 - Quiz

Het jasje kost______ euro.
A
65
B
70

Slide 44 - Quiz

Wat is volgens Aurélie het voordeel van kleren kopen via internet?

Slide 45 - Question ouverte

Wat is volgens Ousmane het nadeel van kleren kopen via internet?

Slide 46 - Question ouverte

Waarom vindt Aurélie het door Ousmane genoemde nadeel niet zo'n probleem?

Slide 47 - Question ouverte

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Diapositive