Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Wat is een goede reden om jezelf ziek te melden?
Slide 1 - Carte mentale
Je wordt wakker met een beetje hoofdpijn. Wat doe je?
A
Je pakt een paracetamol en gaat naar je werk.
B
Je pakt een paracetamol en meldt je ziek.
C
Je gaat terug naar bed om te slapen en belt je werk dat je later bent.
Slide 2 - Quiz
Je hebt iets verkeerds gegeten en je hebt de hele nacht overgegeven. In de ochtend lukt het je niet om te eten. Wat doe je?
A
Je gaat toch werken.
B
Je meldt je voor de hele week ziek.
C
Je meldt je voor 1 dag ziek.
Slide 3 - Quiz
Je hebt diarree. Mag jij je hiervoor ziek melden?
A
Ja
B
Nee
C
Het ligt aan het werk dat je doet.
Slide 4 - Quiz
Je zus/broer gaat trouwen maar je bent vergeten vrij te vragen op je werk. Mag jij je hiervoor ziekmelden?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Je hebt 39 graden koorts en hebt dus griep. Mag jij je hiervoor ziekmelden?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Je bent van je fiets gevallen en je arm doet pijn. Morgen moet je naar school. Wat doe je?
A
Je meldt je meteen ziek.
B
Je belt je mentor en legt het probleem uit. Jullie spreken af om het morgen te proberen op je school.
C
Je gaat een nachtje slapen, de volgende dag meldt je je ziek.
Slide 7 - Quiz
Je hebt gister tot laat moeten werken. In de ochtend lukt het niet om uit bed te komen. Wat doe je?
A
Ik app mijn mentor dat ik later kom.
B
Ik bel mijn mentor dat ik later om.
C
Ik sta toch op en zorg dat ik op tijd naar school ga.
D
Ik ga op mijn werk praten dat ik niet meer na 22:00 kan werken als ik naar school moet.
Slide 8 - Quiz
Je hebt een beetje last van je buik en hebt slecht geslapen. Mag jij je hierom ziek melden?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Je broer/zus heeft griep maar jij voelt je goed. Mag jij je hiervoor ziek melden?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Je bent naar de huisarts geweest omdat jij je niet lekker voelt. De huisarts zegt dat je gewoon kan werken. Maar je hebt je al ziek gemeld. Wat doe je?
A
Je gaat niet naar je werk.
B
Je belt je werk dat de huisarts heeft gezegd dat je wel kan werken maar dat je toch niet gaat.
C
Je gaat toch naar je werk omdat de huisarts dit heeft gezegd.
Slide 11 - Quiz
Je bent ziek en hebt jezelf ziek gemeld. Wat ga je nu doen?
Slide 12 - Carte mentale
Een van je familieleden heeft een belangrijke afspraak. Jij moet mee om te helpen. Je hebt ook stage op die dag. Wat doe je?
A
Ik app stage dat ik ziek ben en niet kom.
B
Ik vraag de dag van te voren om hulp bij mijn mentor.
C
Ik vraag een week van te voren om hulp bij mijn mentor.
D
Ik laat mijn mentor weten dat ik niet naar stage ga.
Slide 13 - Quiz
Geef je mening: af en toe te laat komen op school is niet erg..
A
Af en toe kan best!
B
Te laat? wat is dat?
C
Och, de docent verteld mij toch wel wat ik heb gemist.
D
Soms moet ik gewoon nog even langs de supermarkt om lunch te halen.. is toch ook belangrijk?!