1h Chapitre 3 les 7 1Q

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour 1Q

Programme

• Herhalen être
• Corriger les devoirs (17,18 = être)
• Francofolies
•  Kahoot être + Quizlet kloktijden
  
• Bloc C

Wat weet je nog van het werkwoord être?

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp

suis

es

est

sommes

êtes

sont

ik ben

Wij zijn

Zij is

Jullie zijn

Zij zijn

Elles sont

Nous sommes

Vous êtes

Elle est

je suis

être = zijn

Je suis Tara = Ik ben Tara

Ik ben                    = je suis

jij bent                  = tu es

hij/zij/men is     = il/elle/on est

wij zijn                  = nous sommes

u / jullie zijn       = vous êtes

zij zijn                   = ils /elles sont

Nous _________ hollandais (être)

1. suis
2. est
3. êtes
4. sommes

Mike et Jonah _______ à Paris. (être)

Tu ________ française? (être)

Hoe goed ken je het werkwoord être?

1. Heel goed. Het zit al helemaal in mijn hoofd.
2. Gaat goed. Nog een paar keer oefenen en dan ken ik het.
3. Ik snap het wel, maar moet nog wel goed oefenen.
4. Ik vind het erg lastig. Ik snap het nog niet helemaal.

Later in de les komt het werkwoord être nog een keer terug..... 

corriger ensemble:

17c,17d

Tu apprends le français à l'école.
Pourquoi?

Le français, c'est....

plus que la France (p.181)

la langue de l'amour, de la culture, de la cuisine, de la mode

tout près.. (Belgique)

les vacances.. (destination numéro 1)

                               Fais un poster  

- (A4 formaat)

-Kies een Franstalig land.

- Zoek informatie over het land 

(inwoners, ligging, taal, min. 4 weetjes)

- Zoek foto's van het land

Kahoot: w.w être

Quizlet: kloktijden

Bloc C

Tu es en quelle classe?

Je suis en cinquième.

Tu as quelles matières le lundi?

Le lundi, j'ai français, anglais et biologie

! Klassen/ dagen / vakken !

Bloc C.

La récré, c'est à quelle heure?

à onze heures et quart.

Quelle heure est-il?

Il est huit heures et demie

kloktijden

Tu es en quelle classe?

Tu as quelles matières le mercredi?

La récré, c'est à quelle heure?

Quelle heure est-il?

Zeg dat je in de tweede klas zit.

Zeg welke vakken je op mercredi hebt.

Zeg dat la récré om kwart voor 12 is.

Zeg dat het half 4 is.

Opdracht: Schrijf het hele gesprekje in het Frans in je schrift.

(vragen+antwoorden)

Devoirs

1. Uitschrijven gesprekje bloc C
2. Fais un poster ( Francofolies)
3. Apprendre: A + B